Bpm-naheffing strandt door ontbreken bpm-schuld

Documentgegevens:

Hof 's-Hertogenbosch 23-02-2012, ECLI:NL:GHSHE:2012:BV9109

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Datum: 23 februari 2012
Magistraten: P. Fortuin, voorzitter, V.M. van Daalen-Mannaerts en P.A.M. Pijnenburg
Zaaknummer: 11-00408
LJN: BV9109
Vakgebied(en): Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
Brondocumenten: ECLI:NL:GHSHE:2012:BV9109, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 23‑02‑2012
Wetingang: Wet BPM 1992, art. 6; AWR, art. 20

Essentie

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt in hoger beroep dat de bpm materieel niet eerder is verschuldigd dan op het moment van de registratie.

Samenvatting

X bv koopt eind 2009 in Duitsland een personenauto met een km-stand van 100. Op 26 november 2009 was voor de auto een Duits kenteken afgegeven. X bv brengt de auto over naar Nederland en doet op 1 februari 2010 bpm-aangifte. Volgens de aangifte is zij € 21.394 verschuldigd. De inspecteur stelt echter dat de auto nieuw is en dat X bv € 24.037 is verschuldigd. Op 8 februari 2010 wordt een naheffingsaanslag opgelegd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.