NTM/NJCM-bull. 2001, p. 71
EFFECTIEVE NATIONALE RECHTSBESCHERMING BIJ OVERSCHRIJDING VAN DE REDELIJKE TERMIJN VEREIST OP GROND VAN ARTIKEL 6 EN 13 EVRM
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
26 oktober 2000
- Magistraten
Wildhaber, Palm, Costa, Pastor Ridruejo, Bonello, Makarczyk, Küris, Türmen, Tulkens, Stráznická, Lorenzen, Fischbach, Casadevall, Greve, Baka, Botoucharova, Ugrekhelidze
- Zaaknummer
30210/96
- Noot
T. Barkhuysen
- LJN
AD5181
- Roepnaam
Kudla
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS917725:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2000:AD5181, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 26‑10‑2000
Essentie
EFFECTIEVE NATIONALE RECHTSBESCHERMING BIJ OVERSCHRIJDING VAN DE REDELIJKE TERMIJN VEREIST OP GROND VAN ARTIKEL 6 EN 13 EVRM
Samenvatting
Het Hof constateert een schending van artikel 6 lid 1 EVRM vanwege de onredelijk lange duur van de strafprocedure, die in augustus 1991 is begonnen en nog steeds niet tot een einde is gekomen op het moment dat het Hof uitspraak doet. Daarnaast stelt het Hof - in afwijking van eerdere vaste jurisprudentie - ook een schending van artikel 13 EVRM vast, omdat er in de Poolse rechtsorde geen effectiefrechtsmiddel ter beschikking staat waarmee kan worden opgekomen tegen een schending ...