RFR 2011/80
Familieprocesrecht. Had het hof het aanbod van de man om te bewijzen dat de vrouw over meer vermogen beschikt dan zij heeft opgegeven, mogen passeren?
HR 22-04-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ2073
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 april 2011
- Magistraten
Mrs. J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
10/01568
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
BQ2073
- JCDI
JCDI:ADS908988:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Alimentatie
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Personen- en familierecht / Familieprocesrecht
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ2073, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑04‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ2073, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑02‑2011
- Wetingang
Essentie
Familieprocesrecht.
Had het hof het aanbod van de man om te bewijzen dat de vrouw over meer vermogen beschikt dan zij heeft opgegeven, mogen passeren? Zijn de feiten met betrekking waartoe de man tegenbewijs aanbiedt, door hem voldoende betwist?
Samenvatting
De vrouw heeft verzocht om met wijziging van een eerdere beschikking de partneralimentatie voor de man op nihil te stellen. De man heeft gesteld dat het vermogen van de vrouw aanmerkelijk hoger is dan door haar is aangegeven en dat de vrouw een deel van haar vermogen verzwijgt, zoals zij ook deed tijdens het huwelijk. De rechtbank, die ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.