NJ 1921, p. 220
Heffing van recht door de gemeente voor het hebben van balcons of erkers boven de openbare straat. Condictio indebiti.
HR 16-12-1920, ECLI:NL:HR:1920:95
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 december 1920
- Magistraten
Voorzitter: Mr. S. Gratama. Raden: Mrs. Jhr. R. Feith, Dr. L. E. Visser. J. Kosters en Jhr. P. L. van Meeuwen.
- Zaaknummer
[161920/NJ_1921,_p._220]
- Conclusie
Mr. Noyon
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS148667:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1920:95, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑12‑1920
- Wetingang
Essentie
Heffing van recht door de gemeente voor het hebben van balcons of erkers boven de openbare straat. Condictio indebiti.
Samenvatting
In art. 238 Gemeentewet wordt gedoeld op een gebruik of genot overeenkomstig de bestemming van het gemeentewerk en dus, waar het de openbare straat betreft, een gebruik of genot in overeenstemming met de verkeersdoeleinden, die bij den gemeentelijken straataanleg voorzitten.
Van zoodanig gebruik of genot is geen sprake bij heffing van rechten voor het hebben van balcons of erkers boven de openbare straat; het gebruik betreft de luchtruimte boven de straat en het genot betreft niet de straat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.