NJ 1949/554
Horen van getuige onder verband van de door hem op voorafgaande zitting afgelegde eed.
HR 17-05-1949, ECLI:NL:HR:1949:227
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 mei 1949
- Magistraten
Mrs. Fick, van der Meulen, Feber, Vrij, van Berckel
- Zaaknummer
[17051949/NJ_1949-554]
- Conclusie
Mr. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS108954:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1949:227, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑05‑1949
- Wetingang
Essentie
Horen van getuige onder verband van de door hem op voorafgaande zitting afgelegde eed.
Samenvatting
Geen enkel wetsvoorschrift dwingt er toe aan te nemen, dat de getuige, die reeds bij het onderzoek ter terechtzitting is beëdigd en gehoord, alvorens bij de voortzetting van het onderzoek op een volgende zitting weder te worden gehoord, opnieuw den eed als getuige zou moeten afleggen, maar zulks is alleen aan te nemen, indien er sprake is van één onderzoek, zij het ook dat dit werd onderbroken of geschorst als voorzien in art. 277 Sv. Dit is echter niet het geval indien het onderzoek ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.