Einde inhoudsopgave
Omgevingswet
Artikel 11.21 (rechtsgevolgen niet verwezenlijken onteigeningsbelang)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
14-03-2020, Stb. 2020, 112 (uitgifte: 09-04-2020, kamerstukken: 35133)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Veiligheid en Justitie
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Economische Zaken
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
De onteigenaar biedt aan de onteigende de mogelijkheid het onteigende teruggeleverd te krijgen als vanwege oorzaken die de onteigenaar had kunnen voorkomen:
- a.
met de verwezenlijking van de beoogde vorm van ontwikkeling, gebruik of beheer van de fysieke leefomgeving waarvoor werd onteigend niet binnen drie jaar nadat de onteigeningsakte is ingeschreven in de openbare registers een begin is gemaakt,
- b.
de werkzaamheden meer dan drie jaar zijn gestaakt, of
- c.
op een andere manier kan worden aangetoond dat de beoogde vorm van ontwikkeling, gebruik of beheer van de fysieke leefomgeving waarvoor werd onteigend blijkbaar niet zal worden verwezenlijkt.
2.
Het onteigende wordt teruggeleverd in de toestand waarin het zich dan bevindt. De onteigende is gehouden om de schadeloosstelling terug te geven in evenredigheid tot de terugontvangen waarde.
3.
Als de onteigende te kennen geeft geen gebruik te maken van het aanbod tot teruglevering, bedoeld in het eerste lid, kan hij een door de rechtbank binnen het rechtsgebied waarvan de te onteigenen onroerende zaak geheel of grotendeels ligt naar billijkheid te bepalen schadeloosstelling boven de al ontvangen schadeloosstelling vorderen.
4.
Als de onteigenaar niet binnen drie maanden na afloop van de in het eerste lid bedoelde termijn van drie jaar een aanbod tot teruglevering heeft gedaan, kan de onteigende naar keuze:
- a.
bij de rechter het onteigende terugvorderen in de toestand waarin het zich bevindt, waarbij hij gehouden is om de schadeloosstelling terug te geven in evenredigheid tot de terugontvangen waarde, of
- b.
een door de rechter naar billijkheid te bepalen schadeloosstelling boven de al ontvangen schadeloosstelling vorderen.
5.
Van de verwezenlijking van de beoogde vorm van ontwikkeling, gebruik of beheer van de fysieke leefomgeving waarvoor werd onteigend, is ook sprake bij niet-ingrijpende aanpassingen of aanpassingen van geringe omvang van de beoogde vorm van ontwikkeling, gebruik of beheer van de fysieke leefomgeving of aanpassingen van die vorm die passen binnen het kader ter uitvoering waarvan tot onteigening is overgegaan.