RI 2019/1
Rust stelplicht en bewijsrisico over de vraag of afnamebeding geen of slechts gering profijt oplevert op de Ontvanger of de derde-eigenaar?
HR 07-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2257
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 december 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
17/05131
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS173975:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2257, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑12‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1075, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 21‑09‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑11‑2017
- Wetingang
Art. 22 lid 3 IW 1990
Essentie
Bodemrecht. Afnamebeding.
Rust de stelplicht en het bewijsrisico ter zake van de omstandigheid dat een afnamebeding geen of slechts een gering profijt oplevert op de Ontvanger of de derde-eigenaar?
Samenvatting
A exploiteerde tot medio 2016 een horecagelegenheid in Breda. Voor haar bedrijfsactiviteiten maakte A (onder meer) gebruik van door Coca-Cola European Partners Nederland B.V. (CCEP-NL) aan de rechtsvoorganger van A in bruikleen gegeven apparatuur. A was gehouden de in bruikleen verkregen apparatuur te gebruiken voor de verkoop van door CCEP-NL geleverde dranken. De Ontvanger heeft ter invordering van openstaande aanslagen loonheffing executoriaal beslag gelegd op de bedrijfsinventaris van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.