Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling Stortbesluit bodembescherming
Artikel 19
Geldend
Geldend vanaf 15-07-2001
- Bronpublicatie:
09-07-2001, Stcrt. 2001, 133 (uitgifte: 13-07-2001, regelingnummer: MJZ2001049069)
09-07-2001, Stcrt. 2002, 53 (uitgifte: 15-03-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
15-07-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-07-2001, Stcrt. 2001, 133 (uitgifte: 13-07-2001, regelingnummer: MJZ2001049069)
09-07-2001, Stcrt. 2002, 53 (uitgifte: 15-03-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Bodem
1.
De samenstelling en atmosferische druk van de gasuitstoot wordt halfjaarlijks gemeten.
2.
De gascontrole is representatief voor elk gedeelte van de stortplaats.
3.
De metingen hebben betrekking op gassen die vrijkomen bij de biologische afbraak van het organisch materiaal in de afvalstoffen, met name CH4, CO2 en O2.
4.
De doelmatigheid van het gasopvangsysteem wordt regelmatig gecontroleerd.
5.
In afwijking van het eerste lid, kunnen gedeputeerde staten bepalen dat metingen van de samenstelling en atmosferische druk minder frequent mogen worden uitgevoerd als de evaluatie van de gegevens aangeeft dat langere tussenpozen even effectief zijn.