JAR 2015/19
Minimumtarieven voor zelfstandigen in cao niet in strijd met kartelverbod. De minimumtarieven die zijn vastgelegd in een cao voor zelfstandigen die hetzelfde werk verrichten als werknemers in loondienst van die werkgever, vallen slechts buiten de werkingssfeer van artikel 101 VWEU voor zover de dienstverleners “schijnzelfstandigen” zijn. Het is aan de verwijzende rechter om te verifiëren of dit zo is.
HvJ EU 04-12-2014, ECLI:EU:C:2014:2411 (FNV KIEM/Nederland)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
4 december 2014
- Magistraten
Mrs. A. Tizzano, A. Borg Barthet, E. Levits, M. Berger, S. Rodin
- Zaaknummer
C-413/13
- Roepnaam
FNV KIEM/Nederland
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
Arbeidsrecht / Collectief arbeidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2014:2411, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 04‑12‑2014
ECLI:EU:C:2014:2215, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 11‑09‑2014
- Wetingang
Essentie
[aanbevolen:ja] De FNV en de werknemersvereniging voor remplaçanten van orkestleden hebben in een collectieve arbeidsovereenkomst een minimumtarief afgesproken voor remplaçanten die hun werkzaamheden op basis van een overeenkomst van opdracht uitvoeren. De NMA publiceert vervolgens een visiedocument waarin zij stelt dat een dergelijke bepaling niet onttrokken is aan het mededingingsrecht. De collectieve arbeidsovereenkomst wordt opgezegd en FNV verzoekt een verklaring voor recht bij de rechtbank dat het (Nederlandse en Europese) mededingingsrecht zich niet verzet tegen de bepaling omtrent minimumtarieven. Nadat de rechtbank het verzoek afwijst gaat FNV in hoger beroep. Het hof legt hierover prejudiciële vragen voor aan het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.