RvdW 2020/1
Arbeidsrecht. Arbeidsovereenkomst; eenzijdig wijzigingsbeding; art. 7:613 BW; maatstaf; zwaarwichtig belang werkgever waarvoor belang werknemer op gronden redelijkheid en billijkheid moet wijken (‘relatieve benadering’).
HR 29-11-2019, ECLI:NL:HR:2019:1869
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 november 2019
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. Snijders, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
18/02224
- Conclusie
A-G mr. B.J. Drijber
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:72, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑01‑2020
ECLI:NL:HR:2019:1869, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑11‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:643, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑06‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑07‑2018
- Wetingang
Art. 7:613 BW
Essentie
Arbeidsrecht. Arbeidsovereenkomst; eenzijdig wijzigingsbeding; art. 7:613 BW; maatstaf; zwaarwichtig belang werkgever waarvoor belang werknemer op gronden redelijkheid en billijkheid moet wijken (‘relatieve benadering’).
Samenvatting
Volgens art. 7:613 BW kan de werkgever slechts een beroep doen op een schriftelijk beding dat hem de bevoegdheid geeft een in de arbeidsovereenkomst voorkomende arbeidsvoorwaarde te wijzigen, indien hij bij die wijziging een zodanig zwaarwichtig belang heeft dat het belang van de werknemer dat door de wijziging zou worden geschaad, daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken. Tekst en strekking van art. 7:613 BW brengen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.