Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 307/2008 tot vaststelling, ingevolge Verordening (EG) nr. 842/2006 van het Europees Parlement en de Raad, van minimumeisen voor opleidingsprogramma's en de voorwaarden voor wederzijdse erkenning van opleidingsgetuigschriften voor personeel op het gebied van bepaalde gefluoreerde broeikasgassen bevattende klimaatregelingssystemen in bepaalde motorvoertuigen
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 23-04-2008
- Bronpublicatie:
02-04-2008, PbEU 2008, L 92 (uitgifte: 03-04-2008, regelingnummer: 307/2008)
- Inwerkingtreding
23-04-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-04-2008, PbEU 2008, L 92 (uitgifte: 03-04-2008, regelingnummer: 307/2008)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Lucht
Milieurecht / Bijzondere onderwerpen
(Voor de EER relevante tekst)
Verordening van de Commissie van 2 april 2008 tot vaststelling, ingevolge Verordening (EG) nr. 842/2006 van het Europees Parlement en de Raad, van minimumeisen voor opleidingsprogramma's en de voorwaarden voor wederzijdse erkenning van opleidingsgetuigschriften voor personeel op het gebied van bepaalde gefluoreerde broeikasgassen bevattende klimaatregelingssystemen in bepaalde motorvoertuigen
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 842/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 inzake bepaalde gefluoreerde broeikasgassen (1), en met name op artikel 5, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
In Richtlijn 2006/40/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 betreffende emissies van klimaatregelingsapparatuur in motorvoertuigen en houdende wijziging van Richtlijn 70/156/EEG van de Raad (2) is bepaald dat voor motorvoertuigen vanaf 2011 verplicht klimaatregelingsapparatuur met een laag aardopwarmingsvermogen moet worden ingevoerd. Bij wijze van kortetermijnmaatregel moeten op grond van Verordening (EG) nr. 842/2006 regels worden vastgesteld inzake de juiste kwalificatie van personeel dat bepaalde gefluoreerde broeikasgassen terugwint uit dergelijke klimaatregelingsapparatuur.
- (2)
Personeel dat is ingeschreven voor een opleidingscursus om een opleidingsgetuigschrift te verkrijgen moet voor beperkte tijd toestemming krijgen activiteiten te ondernemen waarvoor een getuigschrift op het gebied van de opleidingscursus vereist is, op voorwaarde dat het onder toezicht staat van personeel dat over een dergelijk getuigschrift beschikt.
- (3)
Om de opleiding van en afgifte van getuigschriften aan personeel dat momenteel actief is op de onder deze verordening vallende gebieden mogelijk te maken zonder hun beroepsactiviteit te onderbreken, is een adequate overgangsperiode vereist tijdens welke personeel dat is opgeleid in het kader van bestaande kwalificeringsstelsels, of dat over beroepservaring beschikt, als naar behoren gekwalificeerd moet worden beschouwd voor de doeleinden van Verordening (EG) nr. 842/2006.
- (4)
Om overmatige administratieve lasten te voorkomen, moet worden toegestaan bestaande kwalificeringsregelingen te erkennen, op voorwaarde dat de vaardigheden en kennis waarin die voorzien en het desbetreffende kwalificeringsstelsel equivalent zijn aan de in deze verordening beoogde minimumnormen.
- (5)
Officieel aangewezen instanties voor de afgifte van getuigschriften moeten de naleving verzekeren van de in deze verordening opgenomen minimumeisen en daardoor bijdragen tot de effectieve en efficiënte wederzijdse erkenning van opleidingsgetuigschriften in de hele Gemeenschap.
- (6)
Informatie over de stelsels voor de afgifte van getuigschriften die onderworpen zijn aan wederzijdse erkenning moet ter kennis worden gebracht van de Commissie volgens het model dat is vastgesteld bij Verordening (EG) 308/2008 van de Commissie van 2 april 2008 tot vaststelling, ingevolge Verordening (EG) nr. 842/2006 van het Europees Parlement en de Raad, van het model voor de kennisgeving van de opleidings- en certificeringsprogramma's van de lidstaten (3). De Commissie moet in kennis worden gesteld van informatie over de erkenning, voor een overgangsperiode, van bestaande kwalificeringsstelsels of beroepservaring.
- (7)
De maatregelen van deze verordening zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 18, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad (4) opgerichte comité,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: