Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 1:51f [Samenwerking met buitenlandse toezichthouders]
Geldend
Geldend vanaf 29-12-2020
- Bronpublicatie:
02-12-2020, Stb. 2020, 509 (uitgifte: 11-12-2020, kamerstukken: 35559)
- Inwerkingtreding
29-12-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-12-2020, Stb. 2020, 510 (uitgifte: 11-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De Nederlandsche Bank werkt samen met de toezichthoudende autoriteiten, bedoeld in artikel 1d, eerste lid, onderdelen a en b, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme, en de Nederlandse Financiële inlichtingen eenheid, bedoeld in artikel 12, eerste lid, van die wet alsmede met de toezichthoudende autoriteiten en financiële inlichtingen eenheden van andere lidstaten indien dat voor het vervullen van haar taken op grond van deze wet of voor de taakuitoefening van die autoriteiten of inlichtingen eenheden nodig is.
2.
In het kader van de samenwerking in het eerste lid verstrekt de Nederlandsche Bank aan de toezichthoudende autoriteiten en financiële inlichtingen eenheden, bedoeld in het eerste lid desgevraagd, met inachtneming van artikel 1:90, eerste tot en met derde lid, alle relevante informatie op voorwaarde dat daarmee geen lopend strafrechtelijk onderzoek of een lopend onderzoek door de Nederlandsche Bank naar mogelijke overtredingen wordt ondermijnd.