NJ 2016/269
Anti-piraterijmissie Somalië: geen onrechtmatige vrijheidsbeneming door arrestatie verdachte door commandant Nederlands marineschip.
HR 22-12-2015, ECLI:NL:HR:2015:3640, m.nt. J.M. Reijntjes
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 december 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
14/01783
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Noot
J.M. Reijntjes
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS154063:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal strafrecht / Internationale misdrijven
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3640, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑12‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1752, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑06‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑03‑2015
- Wetingang
Art. 359a en 539a-539j Sv; art. 5 lid 1 sub c EVRM; [art. 105 en 110 Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee gesloten te Montego-Bay op 10 december 1982 (Trb. 1983, nr. 83); art. 7 Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van de zeevaart, gesloten te Rome op 10 maart 1988 (Trb. 1989, 17)]
Essentie
Anti-piraterijmissie in Somalië. O.g.v. de bijzondere omstandigheden van het onderhavige geval moet worden aangenomen dat de vrijheidsbeneming van de verdachte in de periode vanaf de arrestatie van de verdachte door de Commandant van het fregat van de Nederlandse Marine Hr. Ms. Tromp op 2 april 2011 tot het moment dat de vrijheidsbeneming kwam te vallen onder het regiem van het Wetboek van Strafvordering — hetgeen op grond van het bevel van de OvJ tot aanhouding van de verdachte op 3 april 2011 het geval was — niet willekeurig was als bedoeld in art. 5 lid 1 onder ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.