Einde inhoudsopgave
Scheepvaartreglement Gemeenschappelijke Maas
Artikel 2.02 Kentekens van kleine schepen
Geldend
Geldend vanaf 01-07-1996
- Redactionele toelichting
Zie voor de oorspronkelijke plaatsing en voorgaande versie van dit reglement de bijlage bij het Besluit van 21-04-1994, Stb. 340. Dit reglement treedt tegelijk in werking met de Wet van 29-03-1996, Stb. 257.
- Bronpublicatie:
18-06-1996, Stb. 1996, 327 (uitgifte: 28-06-1996, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-1996
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-06-1996, Stb. 1996, 325 (uitgifte: 28-06-1996, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
1.
Een klein schip mag niet deelnemen aan de scheepvaart, indien hierop niet zijn aangebracht:
- a.
hetzij de naam van het schip die ook een kenspreuk kan zijn, hetzij de naam van de instelling waaraan het schip toebehoort of de gebruikelijke afkorting daarvan, al dan niet gevolgd door een nummer, aan de buitenzijde van het schip in lichte kleur op donkere ondergrond of in donkere kleur op lichte ondergrond in goed leesbare en onuitwisbare Latijnse letters en Arabische cijfers;
- b.
de naam en de woonplaats van de eigenaar op een in het oog vallende plaats aan de binnen- of de buitenzijde van het schip.
2.
Op een bijboot van een schip behoeft echter, aan de binnen- of de buitenzijde, slechts een zodanig kenteken te zijn aangebracht, dat daaruit kan worden opgemaakt wie de eigenaar is.
3.
Onverminderd het bepaalde in het tweede lid is het eerste lid, onder b, niet van toepassing op een door spierkracht voortbewogen schip noch op een zeilschip met een lengte van minder dan 7 m.
4.
Onverminderd de bepalingen van het eerste lid moet een snelle motorboot ook nog voorzien zijn van een bijzonder kenteken dat is aangebracht aan weerszijden van de romp en toegekend is door:
- a.
ofwel in Nederland door de Dienst Wegverkeer;
- b.
ofwel in België door het betrokken Bestuur van één der Gewesten.
Aan boord van een varende snelle motorboot moet het certificaat of document van het aan de eigenaar uitgereikte kenteken aanwezig zijn.
De afmetingen van de letters en cijfers moeten bedragen:
- i.
in het geval bedoeld onder a: hoogte tenminste 150 mm, breedte 100 mm, stamdikte 20 mm;
- ii.
in het geval bedoeld onder b: hoogte 210 mm, breedte 120 mm, stamdikte 40 mm.
Het voornoemde kenteken moet duidelijk leesbaar en onuitwisbaar zijn; het moet licht van kleur zijn op donkere ondergrond of donker van kleur op lichte ondergrond.