Partijen en gegevens

Toetreding door Algerije tot het Verdrag zoals gewijzigd bij het Protocol van 28-09-1955.

Toetreding door Canada onder het voorbehoud vermeld in het Additionele Protocol.

Toetreding door Cuba onder het volgende voorbehoud:

.

De Democratische Volksrepubliek Korea wordt door het Koninkrijk der Nederlanden niet erkend. Sinds de toetreding tot de Verenigde Naties op 17-09-1991 wordt de Democratische Volksrepubliek Korea door Nederland wel erkend.

Op 17-02-1951 heeft de Geallieerde Hoge Commissie voor Duitsland medegedeeld, dat de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland verklaard heeft het Verdrag ten aanzien van Staten die daartoe bereid zijn, op basis van wederkerigheid te zullen toepassen. Door middel van notawisselingen is zulks vastgelegd voor de volgende Staten: Canada, Denemarken, Frankrijk, Griekenland, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, India, Nederland, Spanje, de Verenigde Staten van Amerika, Zuidslavië, Zweden en Zwitserland. Het Verdrag is mede toepasselijk verklaard op het ‘Land’ Berlijn.

De Regering van Syrië heeft verklaard zich gebonden te achten aan de bepalingen van het Verdrag sedert 13-02-1933.

Op 02-03-1959 heeft de Regering van de Verenigde Arabische Republiek ter kennis van de Poolse Regering gebracht, dat zij zich gebonden acht door de Egyptische bekrachtiging.

De Regering van de Syrische Arabische Republiek heeft bij nota van 13-04-1964 aan de Poolse Regering bevestigd de verklaring van de Regering der Verenigde Arabische Republiek van 02-03-1959, waarin deze mededeelde zich aan het onderhavige verdrag gebonden te achten. De datum van voortgezette gebondenheid is door de depositaris gecorrigeerd: 03-06-1964.

Ratificatie door het Koninkrijk der Nederlanden mede voor Nederlands-Indië, Suriname en Curaçao

Vanaf 01-01-1986 geldt het Verdrag, hetwelk tevoren wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden voor Nederland en de Nederlandse Antillen gold, voor Nederland, de Nederlandse Antillen en Aruba.

De Regering van Laos heeft op 09-05-1956 verklaard zich gebonden te achten aan de bepalingen van het Verdrag.

Toetreding door Irak onder de volgende verklaring:

.

Bekrachtiging door Kongo (Brazzaville) onder het voorbehoud vermeld in het Additioneel Protocol.

De Regering van Malawi (het vroegere Njassaland) heeft op 01-06-1971 medegedeeld, dat zij zich vanaf die datum niet meer gebonden acht aan de bepalingen van het Verdrag, hetwelk van toepassing was op haar grondgebied.

Malawi was al eerder partij bij het Verdrag op grond van toetreding tot het Protocol van 28-09-1955 en is nogmaals toegetreden op 27-10-1977.

De Regering van Indonesië heeft op 02-02-1952 verklaard zich van die datum af gebonden te achten aan de bepalingen van het Verdrag. De datum van voortgezette gebondenheid is door de depositaris gecorrigeerd: 21-02-1952.

Singapore was al eerder partij bij het Verdrag op grond van toetreding tot het Protocol van 28-09-1955 en is nogmaals toegetreden op 04-09-1971.

De Poolse Regering heeft, blijkens een nota d.d. 09-03-1955 van het Poolse Gezantschap te 's-Gravenhage tot het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken, een voorbehoud gemaakt ten aanzien van het recht van de Regering van de Unie van Zuid-Afrika om het gebied Zuid-West-Afrika te vertegenwoordigen, gezien het feit dat dit gebied als voormalig mandaatgebied, in strijd met de bepalingen van het Handvest der Verenigde Naties, tot op die dag nog niet onder beheer van de Verenigde Naties was gesteld. In een brief d.d. 17-05-1955 heeft de Hoge Commissaris van de Unie van Zuid-Afrika te Londen ter kennis van de Poolse Ambassadeur te dier stede gebracht, dat de Regering van de Unie van Zuid-Afrika de bewering, dat zij in strijd met het Handvest der Verenigde Naties zou hebben gehandeld, van de hand wijst.

Bij het nederleggen der akte door het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland werd verklaard dat deze bekrachtiging niet gold voor de Britse koloniën, protectoraten, mandaatgebieden of enig ander gebied onderworpen aan Britse soevereiniteit of gezag of voor enig ander gebied onder Britse suzereiniteit.

De Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Britannië en Noord-Ierland heeft het Verdrag overeenkomstig artikel 38, lid 2, of artikel 40, lid 2, van toepassing verklaard voor de volgende gebieden op 20-11-1934 voor Brits-Indië, op 03-12-1934 voor de Bahama-eilanden, Barbados, de Bermuda-eilanden, Brits-Guyana, Brits-Honduras, Ceylon, Cyprus, de Falkland-eilanden met onderhorigheden, de Fidji-eilanden, Gambia (kolonie en protectoraat), Gibraltar, Goudkust (kolonie, Ashanti, Noordelijke Gebieden en het Britse mandaatgebied Togoland), Hongkong, Jamaïca (met inbegrip van Turks- en Caicos-eilanden en de Kaaiman-eilanden), Kenia (kolonie en protectoraat), de Benedenwindse eilanden (Antigua, Montserrat, St. Christopher en Nevis, de Maagden-eilanden en Dominica), Malta, Mauritius, Nigeria (kolonie, protectoraat en het Britse Mandaatgebied Kameroen), Noord-Rhodesia, Njassaland, Oeganda (protectoraat), Palestina (met uitzondering van Transjordanië), St. Helena en Ascension, de Seychellen, Sierra Leone (kolonie en protectoraat), de Straits Settlements, Somaliland (protectoraat), het gebied Tanganjika, Trinidad en Tobago, de West-Pacific-eilanden (het protectoraat van de Britse Salomon-eilanden, de kolonie van de Gilbert- en Ellice-eilanden), de Bovenwindse eilanden (Grenada, St. Lucia, St. Vincent) en Zanzibar (protectoraat), op 03-01-1935 voor Zuid-Rhodesia, op 04-07-1936 voor de Gefedereerde Maleise Staten (Negri Sembilan, Pahang, Perak, Selangor), de niet-gefedereerde Maleise Staten (Johore, Kedah, Kelantan, Perlis, Trengganu, Brunei), de Staat Noord-Borneo, Serawak en Tonga, op 17-12-1937 voor Transjordanië, op 24-02-1938 voor Aden (kolonie) en Birma, op 14-09-1938 voor Aden (protectoraat), op 06-04-1939 voor Newfoundland en op 02-09-1952 voor Basoetoland, Bechuanaland (protectoraat) en Swaziland.

Newfoundland is op 31-03-1949 een provincie van Canada geworden.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Kroatië op 08-07-1993.

De Regering van Libanon heeft verklaard zich gebonden te achten aan de bepalingen van het Verdrag sedert 13-02-1933 en heeft het Verdrag nogmaals bekrachtigd op 10-02-1962. De datum van voortgezette gebondenheid is door de depositaris gecorrigeerd: 20-04-1962.

Verklaringen van voortgezette gebondenheid van Dahomey op 09-06-1961 (latere correctie door depositaris voor Benin: 27-01-1962), van Kameroen op 21-08-1961 (latere correctie door depositaris: 02-09-1961), van Kongo (Brazzaville) op 05-01-1962 (latere correctie door depositaris: 19-01-1962), van Ivoorkust op 07-02-1962 (latere correctie door depositaris: 22-02-1962), van Niger op 20-02-1962 (latere correctie door depositaris: 08-03-1962) en van Madagascar op 17-08-1962 (latere correctie door depositaris: 27-08-1962).

De Regering van India heeft verklaard zich gebonden te achten aan de bepalingen van het Verdrag sedert 18-02-1935 uit hoofde van de Britse toetreding voor Brits-Indië. De datum van voortgezette gebondenheid is door de depositaris gecorrigeerd: 09-02-1970.

De Regering van Pakistan heeft verklaard zich gebonden te achten aan de bepalingen van het Verdrag sedert 18-02-1935 uit hoofde van de Britse toetreding voor Brits-Indië, doch sedert 15-08-1947 onder het voorbehoud vermeld in het Additionele Protocol. De datum van voortgezette gebondenheid is door de depositaris gecorrigeerd: 30-12-1969.

Verklaringen van voortgezette gebondenheid van Cyprus op 23-04-1963 (latere correctie door depositaris: 08-05-1963), van Nigeria op 09-10-1963 (latere correctie door depositaris: 15-10-1963), van Kenia op 07-10-1964, van Sierra Leone op 21-03-1968 (latere correctie door depositaris: 02-04-1968), van Jordanië op 17-11-1969 (latere correctie door depositaris: 08-12-1969), van Barbados op 08-01-1970 (latere correctie door depositaris: 29-01-1970), van Zambia op 25-03-1970, van Maleisië op 03-09-1970 (latere correctie door depositaris: 16-12-1970), van Fidji op 25-02-1972 (latere correctie door depositaris: 15-03-1972), van Lesotho op 03-03-1975 (latere correctie door depositaris: 12-05-1975), van Botswana op 31-01-1975 (latere correctie door depositaris: 21-03-1977), Tonga op 31-01-1977 (latere correctie door depositaris: 21-02-1977), van Bahamas op 15-05-1975 (latere correctie door depositaris: 23-05-1975), van Bangladesh op 01-03-1979, van Zimbabwe op 27-10-1980, van de Salomoneilanden op 09-09-1981, van Trinidad en Tobago op 10-05-1983, van Brunei op 28-02-1984, van Malta op 19-02-1986, van Antigua en Barbuda op 14-12-1988 en van Saint Vincent en de Grenadines op 03-12-2001.

De Regering van Ceylon heeft verklaard zich gebonden te achten aan de bepalingen van het Verdrag sedert 03-03-1935 uit hoofde van de Britse toetreding voor Ceylon. De datum van voortgezette gebondenheid van Sri Lanka is door de depositaris gecorrigeerd: 02-05-1951.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Kongo (Leopoldstad) op 27-07-1962 (latere correctie voor Zaïre door depositaris: 01-12-1962).

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Kongo (Leopoldstad) op 27-07-1962 (latere correctie voor Zaïre door depositaris: 01-12-1962) en van Rwanda op 01-12-1964 (latere correctie door depositaris: 16-12-1964).

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Dahomey op 09-06-1961 (latere correctie door depositaris voor Benin: 27-01-1962).

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Kameroen op 21-08-1961 (latere correctie door depositaris: 02-09-1961).

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Kongo (Brazzaville) op 05-01-1962 (latere correctie door depositaris: 19-01-1962).

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Ivoorkust op 07-02-1962 (latere correctie door depositaris: 22-02-1962).

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Niger op 20-02-1962 (latere correctie door depositaris: 08-03-1962).

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Madagascar op 17-08-1962 (latere correctie door depositaris: 27-08-1962).

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Cyprus op 23-04-1963 (latere correctie door depositaris: 08-05-1963).

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Nigeria op 09-10-1963 (latere correctie door depositaris: 15-10-1963).

Verklaring van voortgezette gebondenheid van West-Samoa op 16-10-1963 (latere correctie door depositaris: 20-01-1964).

Verklaring van voortgezette gebondenheid van West-Samoa op 16-10-1963 (latere correctie door depositaris: 20-01-1964).

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Kenia op 07-10-1964.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Rwanda op 01-12-1964 (latere correctie door depositaris: 16-12-1964).

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Sierra Leone op 21-03-1968 (latere correctie door depositaris: 02-04-1968).

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Jordanië op 17-11-1969 (latere correctie door depositaris: 08-12-1969).

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Barbados op 08-01-1970 (latere correctie door depositaris: 29-01-1970).

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Zambia op 25-03-1970.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Maleisië op 03-09-1970 (latere correctie door depositaris: 16-12-1970).

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Nauru op 04-11-1970 (latere correctie door depositaris: 16-11-1970).

Ratificatie door Australië mede voor Papua, het eiland Norfolk en de mandaatgebieden Nieuw-Guinea en Nauru.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Nauru op 04-11-1970 (latere correctie door depositaris: 16-11-1970) en van Papoea-Nieuw-Guinea op 06-11-1975 (latere correctie door depositaris: 12-12-1975).

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Fidji op 25-02-1972 (latere correctie door depositaris: 15-03-1972).

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Lesotho op 03-03-1975 (latere correctie door depositaris: 12-05-1975).

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Bahamas op 15-05-1975 (latere correctie door depositaris: 23-05-1975).

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Papoea Nieuw-Guinea op 06-11-1975 (latere correctie door depositaris: 12-12-1975).

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Botswana op 31-01-1977 (latere correctie door depositaris: 21-03-1977).

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Tonga op 31-01-1977 (latere correctie door depositaris: 01-02-1977).

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Bangladesh op 01-03-1979.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Zimbabwe op 27-10-1980.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Trinidad en Tobago op 10-05-1983.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Brunei op 28-02-1984.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Malta op 19-02-1986.

Vietnam is op 11-10-1982 nogmaals toegetreden (iwtr. 09-01-1983).

De Regering van de Verenigde Staten heeft op 15-11-1965 in overeenstemming met artikel 39, eerste lid, Verdrag en Protocol opgezegd. Deze opzegging, welke ingevolge lid 2 van genoemd artikel op 15-05-1966 rechtsgevolg zou hebben, werd echter op 14-05-1966 ingetrokken.

De Duitse Democratische Republiek heeft op 01-09-1955 verklaard zich gebonden te achten door het Verdrag dat op 30-09-1933 door Duitsland werd bekrachtigd.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Antigua en Barbuda op 14-12-1988 onder de verklaring het Verdrag te zullen toepassen op:

Verklaring van voortgezette gebondenheid van de Salomonseilanden op 09-09-1981.

De Regering van Birma heeft op 20-11-1951 een akte van toetreding tot het Verdrag nedergelegd en daarbij medegedeeld, dat zulks geschiedde ter regeling van de positie van Birma, doch dat de Birmaanse Regering zich onafgebroken partij acht bij het Verdrag uit hoofde van de Britse toetreding voor Birma. De datum van voortgezette gebondenheid is door de depositaris gecorrigeerd: 02-01-1952.

Verklaringen van voortgezette gebondenheid van Kroatië op 08-07-1993, van De Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië op 01-09-1994, van Bosnië-Herzegovina op 03-03-1995, van Slovenië op 07-08-1998 en van de Federale Republiek Joegoslavië op 18-07-2001.

De inwerkingtreding van de Oekraïne is door de depositaris gecorrigeerd: 14-08-1959.

Bekrachtiging door Chili onder het voorbehoud ten aanzien van artikel 2 van het Verdrag zoals voorzien in het Additioneel Protocol.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van De Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië op 01-09-1994.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Bosnië-Herzegovina op 03-03-1995.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Slowakije op 24-03-1995.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Slowakije op 24-03-1995 en Tsjechië op 29-11-1994.

Soevereiniteit over Hong Kong en toepasselijkverklaring op Hong Kong door China, vanaf 1 juli 1997.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Slovenië op 07-08-1998.

Toetreding door Ethiopië onder het voorbehoud vermeld in het Additionele Protocol.

In verband met het weer uitoefenen van de soevereiniteit over Macau door China vanaf 20-12-1999, heeft de Chinese Regering bij nota van 08-10-1999 medegedeeld dat het Verdrag, zoals gewijzigd door het Protocol van 1955, van toepassing blijft op Macau, vanaf 20-12-1999 Macao Special Administrative Region geheten.

Het Verdrag en het Protocol zijn indertijd door Portugal van toepassing verklaard op Macau.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van de Federale Republiek Joegoslavië op 18-07-2001.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Saint Vincent en de Grenadines op 03-12-2001.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Montenegro op 01-04-2008.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Montenegro op 01-04-2008.

Argentinië heeft op 08-08-2013 de volgende verklaring afgelegd:

Het Verenigd Koninkrijk heeft op 28-11-2013 de volgende verklaring afgelegd:

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Tsjechië op 29-11-1994.