NJ 2017/463
Levenslange gevangenisstraf; onmenselijke bestraffing? Mogelijkheid om de straf de jure en de facto te bekorten; ontbreken psychiatrische zorg.
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
26 april 2016
- Magistraten
G. Raimondi, D. Spielmann, A. Sajó, I. Karakaş, A. Nußberger, K. Hajiyev, N. Vučinić, G. Yudkivska, J. Laffranque, P. Pinto de Albuquerque, E. Møse, A. Potocki, P. Mahoney, J. Silvis, V. Griţco, F. Vehabović, J. Fridrik Kjølbro
- Zaaknummer
10511/10
- Noot
B.E.P. Myjer
- Roepnaam
Murray/Nederland
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS124412:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Materieel strafrecht / Sancties
Penitentiair recht / TBS-inrichtingen
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:CE:ECHR:2016:0426JUD001051110, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 26‑04‑2016
- Wetingang
Art. 3 EVRM
Essentie
Levenslange gevangenisstraf; onmenselijke bestraffing? Mogelijkheid om de straf de jure en de facto te bekorten; ontbreken psychiatrische zorg.
Levenslange gevangenisstraf zonder mogelijkheid om de straf de jure en de facto te bekorten; ontbreken psychiatrische zorg; strijd met het verbod van onmenselijke bestraffing van art. 3 EVRM? Schending.
Samenvatting
Verzoeker is in 1980 door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf wegens de moord op een zesjarig meisje in Curaçao. Blijkens een door de officier van justitie opgesteld psychiatrisch rapport was hij verminderd toerekeningsvatbaar en moest hij worden geplaatst ...