Einde inhoudsopgave
Regeling luchtvaartvertoningen
Artikel 36
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
21-11-2023, Stcrt. 2023, 32008 (uitgifte: 24-11-2023, regelingnummer: IENW/BSK-2023/324119)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-11-2023, Stcrt. 2023, 32008 (uitgifte: 24-11-2023, regelingnummer: IENW/BSK-2023/324119)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
1.
De deelnemer die gebruik maakt van een valscherm, zorgt ervoor dat het hoofdvalscherm op een hoogte van ten minste 450 meter boven de grond volledig geopend is. Anders dan in geval van nood wordt het reservevalscherm niet gebruikt.
2.
De deelnemer zorgt ervoor dat, indien hij met een valschermzweeftoestel, schermvliegtuig, zeilvliegtuig of paramotortrike vliegt, het toestel geen inbreuk maakt op de scheidingsafstand die ten minste gelijk is aan de lengte van de uitgevierde lijn tussen een lierinstallatie of ander hulpmiddel en het toestel met dien verstande dat de horizontale afstand niet minder is dan 30 meter.