NJB 2020/2174:Zinsnede ‘bestemd tot het begaan van dat misdrijf’ bij voorbereiding, art. 46 lid 1 Sr: met ‘dat misdrijf’ wordt in de zinsnede gedoeld op het misdrijf dat is voorbereid, en dus niet op de voorbereiding zelf. Dat betekent dat het object waarop een in artikel 46 Sr genoemde gedraging betrekking heeft, moet zijn bestemd tot het begaan van het misdrijf dat is voorbereid. In casu kon het hof oordelen dat telefoons bestemd waren tot het begaan van het misdrijf dat is voorbereid, te weten een overval, onder meer erop gelet dat de (prepaid) telefoons speciaal zijn aangeschaft voor de overval, dat blijkens de getapte telefoongesprekken de telefoons van groot belang waren voor de timing van de overval en dat op de dag van de voorgenomen overval de communicatie tussen de verdachte en de medeverdachte onder meer inhield dat de verdachte per sms moest laten weten wanneer het geld bij haar was afgeleverd, wat de verdachte ook meermalen heeft gedaan