Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 101 [Teruggave aan instelling. Machtiging van R-C tot opening]
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2009
- Bronpublicatie:
25-03-2009, Stb. 2009, 155 (uitgifte: 30-03-2009, kamerstukken: 30536)
- Inwerkingtreding
01-04-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-03-2009, Stb. 2009, 156 (uitgifte: 01-01-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
1.
De officier van justitie geeft inbeslaggenomen pakketten, brieven, stukken en andere berichten, welke aan een postvervoerbedrijf als bedoeld in de Postwet 2009 of een geregistreerde ingevolge artikel 2.1, vierde lid, van de Telecommunicatiewet dan wel aan een andere instelling van vervoer waren toevertrouwd en welker inbeslagneming niet wordt gehandhaafd onverwijld aan de vervoerder ter verzending terug.
2.
Tot de kennisneming van de inhoud der overige zaken, voor zover deze gesloten zijn, gaat de officier van justitie niet over dan na daartoe door de rechter-commissaris te zijn gemachtigd.
3.
De machtiging kan zowel mondeling als schriftelijk worden gevorderd en verleend.
4.
Wordt de machtiging geweigerd, dan geeft de officier van justitie de inbeslaggenomen zaken onverwijld aan de vervoerder ter verzending terug.