Proceskostenveroordeling en toegang tot de rechter in IE-zaken
Einde inhoudsopgave
Proceskostenveroordeling en toegang tot de rechter in IE-zaken (BPP nr. XIX) 2017/161:161 De (afwezige) invloed van de Handhavingsrichtlijn
Proceskostenveroordeling en toegang tot de rechter in IE-zaken (BPP nr. XIX) 2017/161
161 De (afwezige) invloed van de Handhavingsrichtlijn
Documentgegevens:
C.J.S. Vrendenbarg, datum 15-12-2017
- Datum
15-12-2017
- Auteur
C.J.S. Vrendenbarg
- JCDI
JCDI:ADS574302:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Te denken valt aan procedures over de geldigheidsvraag of over de vraag, wie als de rechthebbende heeft te gelden.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Behalve in Nederland, wordt vooralsnog alleen in Engeland een uitzondering gemaakt voor proceskostenveroordeling in (bepaalde) IE-zaken. Terwijl in Nederland is gekozen voor een stelsel van ruime proceskostenveroordeling in alle soorten IE- handhavingsprocedures, is in Engeland aan de roep van met name het MKB om meer zekerheid en voorspelbaarheid van de kosten in IE-zaken gehoor gegeven door de introductie van een tariefstelsel in procedures bij de IPEC. Daar worden de kosten die voor vergoeding in aanmerking komen vastgesteld aan de hand van gefixeerde tarieven, waarbij de vergoeding is gemaximeerd tot een costs cap. Daarnaast worden zogenaamde small claims met een gering belang over met name auteursrechtinbreuken beslecht zonder dat een proceskostenveroordeling wordt uitgesproken. Aanleiding tot de invoering van IE-procedures met een eigen proceskostenregime was niet (direct) de inwerkingtreding van de Handhavingsrichtlijn, maar de constatering van Jackson in 2009-2010 dat IP litigation in verband met de hoge kosten met name voor het MKB onbetaalbaar was geworden. De afwezigheid van enige invloed van betekenis van de Handhavingsrichtlijn blijkt ook wel uit het feit dat de kostenregels niet het kunstmatige onderscheid volgen tussen procedures ter handhaving van IE-rechten (die onder de werkingssfeer van de Handhavingsrichtlijn vallen) enerzijds en ‘overige’ procedures over IE-rechten.1 Welke procedurele route wordt gevolgd en dus welke proceskostenregels van toepassing zijn, hangt vooral af van de aard van het materiële geschil, de complexiteit en het zaaksbelang.
In Duitsland en België heeft de inwerkingtreding van de Handhavingsrichtlijn niet geleid tot een afwijkend regime in IE-zaken. Terwijl de Duitse wetgever meende dat de geldende regels voldoen aan art. 14, stond de Belgische wetgever op het meer principiële standpunt dat vergoeding van proceskosten een nationaal en horizontaal vraagstuk is. Ondertussen zwelt sinds het arrest United Video Properties/Telenet in beide landen de kritiek op de rigide toegepaste tariefstelsels aan, omdat dat die niet verenigbaar zouden zijn met de proceskostenbepaling van de Handhavingsrichtlijn. Denkbaar is dat als gevolg van het arrest in ieder geval de Belgische regelgeving aangepast zal moeten worden.