Einde inhoudsopgave
Overgangswet
Artikel 54
Geldend
Geldend vanaf 26-01-1838
- Bronpublicatie:
23-12-1837, Stb. 1837, 78 (uitgifte: 01-01-1837, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
26-01-1838
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-1837, Stb. 1837, 78 (uitgifte: 01-01-1837, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Staatsrecht / Wetgeving
1.
De burgerlijke twistgedingen, op het oogenblik der instelling van de hoven en regtbanken aanhangig bij de afgeschafte hoven, regtbanken en vredegeregten, zullen door middel van eene enkele akte aan den persoon of ter zijner woonstede beteekend, worden overgebragt bij de regters, welke volgens de wet op de regterlijke organisatie en het beleid der justitie bevoegd zijn daarvan kennis te nemen om op de laatste dingtalen te worden voortgezet.
2.
Niettemin zullen de zaken, welke bij de regtbanken van eersten aanleg of van Koophandel aanhangig zijn en volgens de aangehaalde wet tot de bevoegdheid van den kantons-regter zouden behooren, door de arrondissements-regtbanken worden beslist.