Hof 's-Hertogenbosch, 10-11-2020, nr. 20-000130-19
ECLI:NL:GHSHE:2020:4167
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
10-11-2020
- Zaaknummer
20-000130-19
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHSHE:2020:4167, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 10‑11‑2020; (Hoger beroep)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2022:1420
Uitspraak 10‑11‑2020
Inhoudsindicatie
gepubliceerd in verband met ingesteld cassatieberoep
Parketnummer: 20-000130-19
Uitspraak : 10 november 2020
TEGENSPRAAK
Arrest van de enkelvoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof, gewezen op het beroep, ingesteld tegen het vonnis van de Politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, van 17 januari 2019, in de strafzaak onder parketnummer 96-040098-18 tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1981,
wonende te [adres] .
Kwalificatie
Het bewezenverklaarde levert op:
overtreding van artikel 8, vijfde lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
Toegepaste wetsartikelen
De beslissing is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24c en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 8, 176 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.
gepleegdop 16 november 2017 te Hank, gemeente Werkendam.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Veroordeelt de verdachte tot een geldboete van € 650,00 (zeshonderdvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 13 (dertien) dagen hechtenis.
Ontzegt de verdachte ter zake van het bewezenverklaarde de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 4 (vier) maanden.
Bepaalt dat de bijkomende straf van ontzegging niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Dit arrest is mondeling gewezen door mr. J.T.F.M. van Krieken.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 10 november 2020.