Einde inhoudsopgave
Regeling Onderzoeksraad voor veiligheid
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 16-06-2019
- Bronpublicatie:
04-06-2019, Stcrt. 2019, 30931 (uitgifte: 13-06-2019, regelingnummer: IENW/BSK- 2019/122715)
- Inwerkingtreding
16-06-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-06-2019, Stcrt. 2019, 30931 (uitgifte: 13-06-2019, regelingnummer: IENW/BSK- 2019/122715)
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Bestuur
Openbare orde en veiligheid / Algemeen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a.
rijkswet: Rijkswet Onderzoeksraad voor veiligheid;
- b.
scheepvaartongeval: een gebeurtenis die heeft geresulteerd in:
- 1°
dodelijk of ernstig letsel aan een persoon overkomen, dat is veroorzaakt door of samenhangt met het functioneren van een schip,
- 2°
de vermissing van een persoon vanaf een schip, die is veroorzaakt door of samenhangt met het functioneren van het schip,
- 3°
de vermissing, vermoedelijke vermissing of het verlaten van een schip,
- 4°
schade aan een schip,
- 5°
het stranden of onbruikbaar worden van een schip,
- 6°
de betrokkenheid van een schip bij een aanvaring,
- 7°
schade die is veroorzaakt door of samenhangt met het functioneren van een schip of
- 8°
schade aan het milieu die is veroorzaakt door schade aan een of meer schepen, welke het gevolg is van of samenhangt met het functioneren van een schip.
- c.
scheepvaartincident: een gebeurtenis, geen scheepvaartongeval zijnde, veroorzaakt door of samenhangend met het functioneren van een schip en waarbij de veiligheid van het schip of van personen in gevaar is gebracht of waardoor ernstige schade aan het schip, aan mijnbouwinstallaties of aan het mariene milieu zou kunnen ontstaan;
- d.
luchtvaartongeval: een gebeurtenis die samenhangt met het gebruik van een luchtvaartuig en plaatsvindt tussen het tijdstip waarop een persoon zich aan boord begeeft met het voornemen een vlucht uit te voeren en het tijdstip waarop alle personen die zich met dit voornemen aan boord hebben begeven, zijn uitgestapt, en waarbij:
- 1°
een persoon dodelijk of ernstig letsel heeft opgelopen als gevolg van het zich in het luchtvaartuig bevinden, direct contact met een onderdeel van het luchtvaartuig, inclusief de onderdelen die van het luchtvaartuig zijn losgeraakt of directe blootstelling aan de uitlaatstroom van de reactoren, behalve wanneer de letsels een natuurlijke oorzaak hebben, door de persoon zelf of door anderen zijn toegebracht, of wanneer de letsels verstekelingen treffen die zich buiten de normale voor passagiers en het personeel bedoelde ruimten ophouden,
- 2°
het luchtvaartuig schade of een structureel defect oploopt, waardoor afbreuk wordt gedaan aan zijn soliditeit, prestaties of vluchtkenmerken en die normaliter ingrijpende herstelwerkzaamheden of vervanging van het getroffen onderdeel noodzakelijk zouden maken, behalve wanneer het gaat om motorstoring of motorschade en de schade beperkt is tot de motor, de motorkap of motoronderdelen, dan wel om schade die beperkt is tot de propellers, de vleugelpunten, de antennes, de banden, de remmen, de stroomlijnkappen of tot deukjes of gaatjes in de vliegtuighuid, of
- 3°
het luchtvaartuig vermist wordt of volledig onbereikbaar is;
- e.
luchtvaartincident: een gebeurtenis, geen luchtvaartongeval zijnde, die samenhangt met het functioneren van een luchtvaartuig en afbreuk doet of zou kunnen doen aan een veilige vluchtuitvoering;
- f.
ernstig luchtvaartincident: luchtvaartincident dat zich voordoet onder omstandigheden die erop wijzen dat bijna een luchtvaartongeval heeft plaatsgevonden;
- g.
dodelijk letsel: letsel, door een persoon bij een ongeval opgelopen, dat binnen dertig dagen na het tijdstip van het ongeval de dood tot gevolg heeft;
- h.
ernstig letsel:
- 1°
met betrekking tot een scheepvaartongeval: letsel, door een persoon bij een ongeval opgelopen, dat resulteert in een uitschakeling voor meer dan 72 uur, beginnend binnen zeven dagen na de datum waarop het letsel werd opgelopen;
- 2°
met betrekking tot een luchtvaartongeval: letsel, door een persoon bij een ongeval opgelopen, dat:
- —
opneming in een ziekenhuis gedurende meer dan 48 uur vereist, welke aanvangt binnen zeven dagen na het oplopen van het letsel,
- —
de breuk van een bot tot gevolg heeft, uitgezonderd enkelvoudige breuken van vingers, tenen of de neus,
- —
gepaard gaat met scheurwonden die ernstige bloedingen of beschadigingen van zenuwen, spieren of pezen veroorzaken,
- —
gepaard gaat met letsel aan een inwendig orgaan,
- —
gepaard gaat met tweedegraads of derdegraads brandwonden of brandwonden over meer dan 5% van het lichaamsoppervlak of
- —
gepaard gaat met geconstateerde blootstelling aan besmettelijke stoffen of schadelijke straling;
- i.
staat van ontwerp: staat die rechtsmacht heeft over de organisatie die verantwoordelijk is voor het ontwerp van een luchtvaartuig;
- j.
staat van vervaardiging: staat die rechtsmacht heeft over de organisatie, die verantwoordelijk is voor de vervaardiging van een luchtvaartuig als zodanig;
- k.
staat van het voorval: staat, op of boven het grondgebied, de territoriale wateren daaronder begrepen, waarvan een luchtvaartongeval of luchtvaartincident plaatsvindt;
- l.
staat van de exploitant: staat waarin de exploitant van een luchtvaartuig zijn voornaamste plaats van bedrijvigheid heeft of, bij gebreke daarvan, de exploitant is gevestigd;
- m.
staat van registratie: staat waar een luchtvaartuig is geregistreerd;
- n.
exploitant van een luchtvaartuig: iedere natuurlijk persoon, iedere rechtspersoon met of zonder winstoogmerk of ieder overheidslichaam met of zonder rechtspersoonlijkheid dat een of meer luchtvaartuigen exploiteert of voornemens is te exploiteren;
- o.
spoorwegveiligheidsrichtlijn: richtlijn (EU) 2016/798 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 inzake veiligheid op het spoor (PbEU 2016, L 138);
- p.
richtlijn 2009/18/EG: richtlijn nr. 2009/18/EG van het Europees Parlement en van de Raad van Europese Unie van 23 april 2009 tot vaststelling van de grondbeginselen voor het onderzoek van ongevallen in de scheepvaartsector en tot wijziging van de Richtlijn 1999/35/EG van de Raad en Richtlijn 2002/59/EG van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2009, L 131);
- q.
spoorweg: een spoorwegsysteem als bedoeld in de spoorwegveiligheidsrichtlijn, voor zover dat systeem is aangewezen in het Besluit aanwijzing hoofdspoorwegen;
- r.
Europees Spoorwegbureau: het Spoorwegbureau van de Europese Unie, bedoeld in Verordening (EU) 2016/796 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende het Spoorwegbureau van de Europese Unie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 881/2004 (PbEU 2016, L 138).