Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/832
Klacht dat rechter-plaatsvervanger onbevoegd was, slaagt niet. Ook vindt de opvatting dat een rechter-plaatsvervanger door zijn inschrijving op het tableau van advocaten een met zijn rechterlijk ambt (absoluut) onverenigbare nevenbetrekking vervulde geen steun in het recht, i.h.b. ook niet in art. 44 Wrra. Hoge Raad verbetert het dictum t.a.v. de toewijzing van de vordering b.p. en de opgelegde schadevergoedingsmaatregel.
HR 02-07-2019, ECLI:NL:HR:2019:1062
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 juli 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
18/01785
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Juridische beroepen / Rechter
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1062, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑07‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:465, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑05‑2019
Essentie
Klacht dat rechter-plaatsvervanger onbevoegd was, slaagt niet. Ook vindt de opvatting dat een rechter-plaatsvervanger door zijn inschrijving op het tableau van advocaten een met zijn rechterlijk ambt (absoluut) onverenigbare nevenbetrekking vervulde geen steun in het recht, i.h.b. ook niet in art. 44 Wrra. Hoge Raad verbetert het dictum t.a.v. de toewijzing van de vordering b.p. en de opgelegde schadevergoedingsmaatregel.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 18/01785
Datum 2 juli 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 4 april 2018, nummer 23/005160-12, in de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.