NJB 2016/1767
Beslissing tot niet-ontvankelijkverklaring in de vervolging: deze beslissing van de rechtbank is een einduitspraak in de zin van art. 138 Sv. Ingevolge art. 404 lid 1 Sv staat daartegen hoger beroep open, ook indien de rechtbank heeft volstaan met het geven van een mondeling vonnis dat is aangetekend in het proces-verbaal van de terechtzitting en niet is voldaan aan de voorschriften van de art. 358, 359 Sv
HR 20-09-2016, ECLI:NL:HR:2016:2132
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 september 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, M.J. Borgers
- Zaaknummer
15/02042 E
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2132, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑09‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:773, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑06‑2016
- Wetingang
Essentie
Beslissing tot niet-ontvankelijkverklaring in de vervolging: deze beslissing van de rechtbank is een einduitspraak in de zin van art. 138 Sv. Ingevolge art. 404 lid 1 Sv staat daartegen hoger beroep open, ook indien de rechtbank heeft volstaan met het geven van een mondeling vonnis dat is aangetekend in het proces-verbaal van de terechtzitting en niet is voldaan aan de voorschriften van de art. 358, 359 Sv
Uitspraak
Inleiding:
OM-cassatie. Het middel klaagt dat het hof de officier van justitie ten onrechte, althans onvoldoende gemotiveerd niet-ontvankelijk heeft verklaard in het ingestelde hoger beroep.