Einde inhoudsopgave
Wet kwaliteit incassodienstverlening
Artikel 9 Schorsing
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2024
- Bronpublicatie:
11-05-2022, Stb. 2022, 186 (uitgifte: 19-05-2022, kamerstukken: 35733)
- Inwerkingtreding
01-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-02-2024, Stb. 2024, 44 (uitgifte: 04-03-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Gerechtsdeurwaarder
Insolventierecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Algemeen
1.
Onze Minister schorst een registratie, indien en voor zolang:
- a.
aan een verrichter of aanbieder van buitengerechtelijke incassowerkzaamheden of een bestuurder de vrijheid is ontnomen krachtens:
- 1°
een rechterlijke uitspraak waarbij hij wegens een misdrijf is veroordeeld; of
- 2°
een bevel tot voorlopige hechtenis;
- b.
de onderneming van de verrichter of aanbieder van buitengerechtelijke incassowerkzaamheden geheel of gedeeltelijk is stilgelegd op grond van artikel 7, onderdeel c, van de Wet op de economische delicten;
- c.
een verrichter of aanbieder van buitengerechtelijke incassowerkzaamheden of een bestuurder is ontzet van het recht om buitengerechtelijke incassowerkzaamheden te verrichten of aan te bieden op grond van artikel 28, onderdeel 5°, van het Wetboek van Strafrecht of artikel 7, onderdeel a, van de Wet op de economische delicten;
- d.
een verrichter of aanbieder van buitengerechtelijke incassowerkzaamheden of een bestuurder bij rechterlijke uitspraak onder curatele staat, in staat van faillissement verkeert, ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is, hij in surseance van betaling verkeert, dan wel wegens schulden is gegijzeld.
2.
De griffier van het gerecht dat een in het eerste lid bedoelde beslissing of een beslissing die de opheffing van de schorsing tot gevolg heeft, heeft uitgesproken, geeft hiervan onverwijld kennis aan Onze Minister.
3.
Onze Minister kan een registratie schorsen, indien en voor zo lang:
- a.
niet is voldaan aan een vordering als bedoeld in artikel 5:20, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;
- b.
hij zijn voornemen kenbaar heeft gemaakt een registratie door te halen krachtens artikel 10, onderdeel c, en dat voornemen niet is ingetrokken of heeft geleid tot een besluit;
- c.
hij zijn voornemen kenbaar heeft gemaakt een registratie door te halen krachtens artikel 17 en dat voornemen niet is ingetrokken of heeft geleid tot een besluit.
4.
Onze Minister kan de schorsing van de registratie opheffen op aanvraag van de verrichter of aanbieder van buitengerechtelijke incassowerkzaamheden. Artikel 5, derde en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.