Europees Sociaal Handvest (1961)
Bijlage Werkingssfeer van het Sociale Handvest met betrekking tot de te beschermen personen
Geldend
Geldend vanaf 26-02-1965
- Bronpublicatie:
18-10-1961, Trb. 1963, 90 (uitgifte: 11-07-1963, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
26-02-1965
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-05-1980, Trb. 1980, 65 (uitgifte: 01-01-1980, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Internationale sociale zekerheid / Mensenrechten
bij het Sociale Handvest
- 1.
Behoudens het bepaalde in artikel 12, lid 4, en in artikel 13, lid 4, zijn onder de in de artikelen 1 tot en met 17 bedoelde personen slechts die buitenlanders begrepen die onderdaan zijn van andere Overeenkomstsluitende Partijen en rechtmatig woonachtig zijn in, dan wel geregeld werkzaam zijn op, het grondgebied van de betrokken Overeenkomstsluitende Partij, met dien verstande dat de genoemde artikelen dienen te worden uitgelegd overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 18 en 19.
Deze uitlegging sluit een uitbreiding van overeenkomstige rechten tot andere personen door een der Overeenkomstsluitende Partijen niet uit.
- 2.
Elke Overeenkomstsluitende Partij ziet erop toe dat vluchtelingen in de zin van het Verdrag van Genève van 28 juli 1951 betreffende de status van vluchtelingen die rechtmatig woonachtig zijn op haar grondgebied, een zo gunstig mogelijke behandeling genieten en in elk geval een niet minder gunstige dan waartoe zij zich krachtens dit Verdrag heeft verbonden, alsmede krachtens alle andere bestaande en op de bedoelde vluchtelingen van toepassing zijnde internationale verdragen.
Deel I:
Lid 18
en
Deel II:
Artikel 18, lid 1
Deze bepalingen hebben geen betrekking op de betreding van het grondgebied van de Overeenkomstsluitende Partijen en laten de bepalingen van het te Parijs op 13 december 1955 ondertekende Europese Vestigingsverdrag onverlet.
Deel II
Artikel 1, lid 2
Deze bepaling mag niet in dier voege worden uitgelegd dat clausules en feitelijke gedragingen ter beveiliging van het vakbondswezen zijn verboden of toegestaan.
Artikel 4, lid 4
Deze bepaling mag niet worden uitgelegd als inhoudende een verbod van ontslag op staande voet wegens een ernstig vergrijp.
Artikel 4, lid 5
Een Overeenkomstsluitende Partij kan de in dit lid bedoelde verplichting slechts op zich nemen indien inhoudingen op de lonen hetzij bij de wet, hetzij bij collectieve overeenkomsten of bij scheidsrechterlijke uitspraken, verboden zijn ten aanzien van de overgrote meerderheid der werknemers, waarbij de niet onder zodanige maatregelen vallende personen de enige uitzondering vormen.
Artikel 6, lid 4
Elke Overeenkomstsluitende Partij kan zelf het recht van staking bij de wet regelen, mits elke eventuele verdere beperking van dit recht in de bepalingen van artikel 31 rechtvaardiging vindt.
Artikel 7, lid 8
Een Overeenkomstsluitende Partij wordt geacht aan de geest van de in dit lid genoemde verplichting te hebben voldaan indien zij in de geest van deze verplichting bij de wet bepaalt dat de overgrote meerderheid van de minderjarigen die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt, geen nachtarbeid mag verrichten.
Artikel 12, lid 4
De zinsnede ‘en met inachtneming van de in zulke overeenkomsten neergelegde voorwaarden’ van de inleiding tot dit lid wordt geacht onder meer in te houden dat een Overeenkomstsluitende Partij ten aanzien van de niet van verzekeringspremies afhankelijke uitkeringen het ingezetenschap gedurende een voorgeschreven periode verplicht kan stellen alvorens deze uitkeringen aan onderdanen van andere Overeenkomstsluitende Partijen te verlenen.
Artikel 13, lid 4
De regeringen die het Europese Verdrag betreffende sociale en medische bijstand niet hebben ondertekend, kunnen het Sociale Handvest ten aanzien van dit lid bekrachtigen, mits zij erop toezien dat onderdanen van andere Overeenkomstsluitende Partijen een met de bepalingen van genoemd Verdrag strokende behandeling genieten.
Artikel 19, lid 6
Voor de toepassing van deze bepaling wordt de zinsnede ‘gezin van een migrerende werknemer’ geacht ten minste zijn echtgenote, en kinderen te zijnen laste die de leeftijd van 21 jaar nog niet hebben bereikt, te omvatten.
Deel III
Het Handvest houdt juridische verplichtingen van internationale aard in, welker toepassing uitsluitend aan het in deel IV omschreven toezicht is onderworpen.
De uitdrukking ‘genummerde leden’ kan eveneens betrekking hebben op artikelen welke slechts een enkel lid omvatten.
Deel V
De zinsnede ‘in geval van oorlog of een andere noodtoestand’ heeft eveneens betrekking op oorlogsdreiging.