Rb. Rotterdam, 02-04-2020, nr. C/10/594162 / FA RK 20-2244
ECLI:NL:RBROT:2020:3506
- Instantie
Rechtbank Rotterdam
- Datum
02-04-2020
- Zaaknummer
C/10/594162 / FA RK 20-2244
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBROT:2020:3506, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 02‑04‑2020; (Beschikking)
Uitspraak 02‑04‑2020
Inhoudsindicatie
Wijzigig zorgmachtiging, artikel 8:13 Wvggz, verzoek tot verplichte zorg in noodsituatie
Partij(en)
RECHTBANK ROTTERDAM
Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/594162 / FA RK 20-2244
Betrokkenenummer: [nummer]
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg (wijziging)
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 2 april 2020 betreffende een wijziging van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 8:12 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam, hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [postcode] te [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Yulius, locatie Kasperspad te Dordrecht,
advocaat mr. P.C. van Houten te Dordrecht.
1. Procesverloop
1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 31 maart 2020, heeft de officier van justitie verzocht om wijziging van de zorgmachtiging, zoals die op 18 maart 2020 ten aanzien van betrokkene is afgegeven.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
de aanvraag en het advies van de geneesheer-directeur J.A.C. Oosterwijk tot wijziging van de zorgmachtiging van 30 maart 2020;
de gemotiveerde aanvraag van de zorgverantwoordelijke tot wijziging van de zorgmachtiging van 30 maart 2020;
het zorgplan van 28 maart 2020.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 2 april 2020. Bij die gelegenheid zijn (conform de Tijdelijke regeling F&J rechtbanken i.v.m. corona) telefonisch gehoord:
betrokkene met haar hierboven genoemde advocaat;
[naam arts] , arts in opleiding tot psychiater, verbonden aan Yulius, locatie Kasperspad.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.
2. Beoordeling
2.1.
Wijziging zorgmachtiging
2.1.1.
Bij beschikking van 18 maart 2020 heeft de rechtbank op voet van artikel 7:11 Wvggz een zorgmachtiging opgelegd. Daarbij is bepaald dat de volgende vormen van verplichte zorg toegepast kunnen worden:
het toedienen van medicatie, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, voor de duur van zes maanden;
het beperken van de bewegingsvrijheid, voor de duur van twee maanden;
het uitoefenen van toezicht op betrokkene, voor de duur van zes maanden;
het onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen, voor de duur van twee maanden;
het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen, voor de duur van twee maanden;
het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen, voor de duur van twee maanden;
het opnemen in een accommodatie, voor de duur van twee maanden.
2.1.2.
De Wvggz biedt op grond van artikel 8:12 lid 4Wvggz de mogelijkheid tot wijziging van de zorgmachtiging. Hiertoe is op 31 maart 2020 door de officier een verzoek gedaan. Het verzoek tot wijziging zorgmachtiging strekt ertoe ‘het insluiten’ als vorm van verplichte zorg toe te voegen. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
2.2.
Criteria wijziging zorgmachtiging
2.2.1.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.2.2.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van haar psychische stoornis tot ernstig nadeel. De arts verklaart ter zitting dat betrokkene boos en verbaal agressief is geweest naar de verpleging en ruzie zocht met haar medecliënten. Zij handelde afdelingsontwrichtend en was niet stuurbaar. Er is toen noodmedicatie toegediend aan betrokkene, dit hielp onvoldoende. Het was noodzakelijk om betrokkene naar de afzonderingskamer te brengen. Nu gaat het iets beter met betrokkene en zij verblijft op haar eigen kamer. Betrokkene moet opnieuw ingesteld worden op medicatie, de kans dat voornoemde incidenten opnieuw voordoen is daarom aanwezig. Het is dan noodzakelijk betrokkene in te sluiten.
2.3.
Verplichte zorg van insluiten
2.3.1.
Om ernstig nadeel af te wenden, heeft betrokkene extra verplichte zorg nodig, namelijk insluiten.
2.3.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheid is voor deze vorm van verplichte zorg op vrijwillige basis. Tijdens de behandeling ter zitting blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren.
De in het verzoekschrift opgenomen vorm van verplichte zorg is gebaseerd op de aanvraag en het advies van de geneesheer-directeur, de gemotiveerde aanvraag van de zorgverantwoordelijke en het zorgplan. Deze extra vorm van verplichte zorg is door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
het insluiten, dit betreft voornamelijk het afzonderen van de cliënt op haar eigen kamer met de deur op slot. Slechts in uitzonderlijke situaties waarin geen minder bezwarend alternatief voorhanden is zal betrokkene worden afgezonderd in de separeerruimte.
2.3.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde extra verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.3.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De wijziging van de zorgmachtiging zal worden verleend tot en met 18 mei 2020.
3. Beslissing
De rechtbank:
3.1.
wijzigt de zorgmachtiging zoals die op 18 maart 2020 ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd is afgegeven, inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg eveneens de maatregel zoals opgenomen in 2.3.2. kan worden getroffen;
3.2.
bepaalt dat deze machtiging ten aanzien van de gewijzigde vorm van verplichte zorg geldt tot en met 18 mei 2020.
Deze beschikking is op 2 april 2020 mondeling gegeven door mr. H.C.A. de Groot, rechter, in tegenwoordigheid van H.J. de Wit, griffier, en op 14 april 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend. | ||
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.