Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek BES Boek 2
Artikel 250
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van het Burgerlijk Wetboek Boek 2, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (17-05-2010, Stb. 350) en de Aanpassingsregeling BES-wetten (28-09-2010, Stcrt. 15040). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
27-09-2010, Stb. 2010, 494 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
1.
Hij die voor eigen rekening aandelen houdt die ten minste 95% van het eigen vermogen van een naamloze of besloten vennootschap vertegenwoordigen, kan tegen de gezamenlijke andere aandeelhouders een vordering instellen tot overdracht van hun aandelen aan de eiser. Hetzelfde geldt, indien twee of meer groepsmaatschappijen samen het vereiste aantal aandelen houden en samen de vordering instellen tot overdracht aan een hunner.
2.
In de statuten kan het percentage genoemd in het eerste lid worden verlaagd, mits dit niet lager wordt gesteld dan 90.
3.
Indien tegen een of meer gedaagden verstek is verleend, moet de rechter ambtshalve onderzoeken of de eiser of eisers de vereisten van het eerste of het tweede lid vervullen.
4.
De rechter wijst de vordering tegen alle gedaagden af, indien een gedaagde ondanks de vergoeding ernstige stoffelijke schade zou lijden door de overdracht of een eiser jegens een gedaagde afstand heeft gedaan van zijn bevoegdheid de vordering in te stellen. Voor zover de statuten niet anders bepalen wijst de rechter de vordering tegen alle gedaagden ook af indien een gedaagde houder is van een aandeel waaraan de statuten een bijzonder recht inzake de zeggenschap in de vennootschap verbinden.
5.
Indien de rechter oordeelt dat het eerste tot en met vierde lid de toewijzing van de vordering niet belet, kan hij bevelen dat een of drie deskundigen zullen berichten over de waarde van de over te dragen aandelen. Hij kan bepalen dat de eiser zekerheid moet stellen voor de met het deskundigenrapport gemoeide kosten. Artikel 121, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing. De rechter stelt de prijs vast die de over te dragen aandelen op een door hem te bepalen dag hebben. Zo lang en voor zover de prijs niet is betaald, wordt hij verhoogd met rente, gelijk aan de wettelijke rente, van die dag af tot de overdracht; uitkeringen op de aandelen die in dit tijdvak betaalbaar worden gesteld, strekken op de dag van betaalbaarstelling tot gedeeltelijke betaling van de prijs.
6.
De rechter die de vordering toewijst, veroordeelt de overnemer aan degenen aan wie de aandelen toebehoren of zullen toebehoren de vastgestelde prijs met rente te betalen tegen levering van het onbezwaarde recht op de aandelen. De rechter geeft omtrent de kosten van het geding zodanige uitspraak als hij meent dat behoort. Een gedaagde die geen verweer heeft gevoerd, wordt niet verwezen in de kosten.
7.
Staat het bevel tot overdracht bij gerechtelijk gewijsde vast, dan deelt de overnemer de dag en plaats van overdracht en betaling en de prijs schriftelijk mee aan de houders van de over te nemen aandelen van wie hij het adres kent. Tenzij hij van allen het adres kent, kondigt hij deze ook aan in de Staatscourant en een in het openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba verspreid nieuwsblad.
8.
De overnemer die aan zijn verplichtingen uit het zevende lid heeft voldaan kan, indien een houder van over te nemen aandelen niet op de medegedeelde dag of uiterlijk binnen vier weken daarna aan de overdracht meewerkt, zich van zijn verplichtingen ingevolge het zesde lid bevrijden door de vastgestelde prijs met rente voor alle nog niet overgenomen aandelen te consigneren, onder mededeling van hem bekende rechten van pand en vruchtgebruik en de hem bekende beslagen. Door deze mededeling gaat beslag over van de aandelen op het recht op uitkering. Door het consigneren gaat het recht op de aandelen onbezwaard op hem over en gaan rechten van pand of vruchtgebruik over op het recht op uitkering. Aan aandeel- en dividendbewijzen waarop na de overgang uitkeringen betaalbaar zijn gesteld, kan nadien geen recht jegens de vennootschap meer worden ontleend. De overnemer maakt het consigneren en de prijs per aandeel op dat tijdstip bekend op de wijze van het zevende lid.