Einde inhoudsopgave
Verdrag van Genève betreffende de behandeling van krijgsgevangenen, van 12 Augustus 1949
Artikel 29
Geldend
Geldend vanaf 21-10-1950
- Bronpublicatie:
12-08-1949, Trb. 1951, 74 (uitgifte: 14-06-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
21-10-1950
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-08-1949, Trb. 1951, 74 (uitgifte: 14-06-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
1.
De gevangenhoudende Mogendheid is gehouden alle maatregelen op hygiënisch gebied te nemen, welke nodig zijn om de zindelijkheid der kampen en een goede gezondheidstoestand daarin te verzekeren en epidemieën te voorkomen.
2.
Krijgsgevangenen moeten dag en nacht kunnen beschikken over privaten en urinoirs welke in overeenstemming zijn met de regels der hygiëne en in een voortdurende staat van zindelijkheid worden gehouden. Kampen waarin vrouwelijke krijgsgevangenen verblijf houden, moeten van afzonderlijke privaten voor haar zijn voorzien.
3.
Bovendien moeten, onafhankelijk van de baden en douches waarvan de kampen moeten zijn voorzien, aan de krijgsgevangenen water en zeep in voldoende hoeveelheid worden verstrekt voor hun dagelijkse lichaamsverzorging en voor het wassen van hun linnengoed; daartoe zullen de nodige installaties te hunner beschikking worden gesteld, alsmede de nodige gelegenheid en tijd worden gegeven.