Einde inhoudsopgave
Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Artikel 68
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2011
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 05.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
17-05-2010, Stb. 2010, 365 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken: 31958)
- Inwerkingtreding
01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-2010, Stb. 2010, 831 (uitgifte: 24-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
Overheidsfinanciën / Begroting
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
Staatsrecht / Staatsinrichting
1.
Het bestuurscollege kan bepalen dat voor de toezending of uitreiking van aanslagbiljetten ingevolge artikel 8.2, eerste lid, van de Belastingwet BES voor de in artikel 67, tweede lid, onderdeel c, bedoelde ambtenaar een andere eilandambtenaar in de plaats treedt.
2.
De colleges van twee of meer openbare lichamen kunnen met betrekking tot een of meer eilandbelastingen bepalen dat ambtenaren van een van die openbare lichamen worden aangewezen als:
- a.
de in artikel 67, tweede lid, onderdeel b, bedoelde ambtenaar van die openbare lichamen voor de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de heffing van eilandbelastingen;
- b.
de in artikel 67, tweede lid, onderdeel c, bedoelde ambtenaar van die openbare lichamen voor de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de invordering van eilandbelastingen;
- c.
de in artikel 67, tweede lid, onderdeel d, bedoelde ambtenaren van die openbare lichamen voor de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de heffing of de invordering van eilandbelastingen;
- d.
de in artikel 67, tweede lid, onderdeel e, bedoelde ambtenaar van die openbare lichamen, voor de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de invordering van eilandbelastingen.
3.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van het bestuurscollege van het openbaar lichaam waarvan de ambtenaar, belast met de invordering van eilandbelastingen op grond van het tweede lid, onderdeel b, wordt aangewezen.
4.
Indien voor de heffing of de invordering van eilandbelastingen een gemeenschappelijke regeling is getroffen en bij die regeling een openbaar lichaam is ingesteld, kan bij of krachtens die regeling worden bepaald dat een daartoe aangewezen ambtenaar van dat openbare lichaam wordt aangewezen als:
- a.
de in artikel 67, tweede lid, onderdeel b, bedoelde ambtenaar van het openbaar lichaam dat de desbetreffende taken heeft overgedragen, voor de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de heffing van eilandbelastingen;
- b.
de in artikel 67, tweede lid, onderdeel c, bedoelde ambtenaar van het openbaar lichaam dat de desbetreffende taken heeft overgedragen, voor de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de invordering van eilandbelastingen;
- c.
de in artikel 67, tweede lid, onderdeel d, bedoelde ambtenaren van het openbaar lichaam dat de desbetreffende taken heeft overgedragen, voor de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de heffing of de invordering van eilandbelastingen;
- d.
de in artikel 67, tweede lid, onderdeel e, bedoelde ambtenaar van het openbaar lichaam dat de desbetreffende taken heeft overgedragen, voor de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de invordering van eilandbelastingen.
5.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam dat is ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen waarvan een ambtenaar op grond van het vierde lid, onderdeel b, wordt aangewezen.