NJB 2016/14:Naaktrecreatie art. 430a Sr: ook plaatsen die niet door de gemeenteraad daartoe zijn aangewezen, kunnen geschikt zijn voor ongeklede recreatie. Of een voor het openbaar verkeer bestemde, niet door de gemeenteraad aangewezen, plaats niet geschikt is voor ongeklede recreatie, hangt af van de omstandigheden van het geval zodat een algemene regel daaromtrent niet valt te geven. Wel kan bij die beoordeling onder meer van belang zijn of 1. ongeklede recreatie volgens de maatschappelijke opvattingen, zoals die ten tijde van de gedraging ter plaatse leven, aanvaardbaar wordt geacht, 2. de locatie zodanig is gelegen dat sprake is van ongevraagde of ongewilde confrontatie van derden, en 3. of de openbare orde wordt verstoord. Hierbij geldt dat van handelen in strijd met art. 430a Sr niet slechts sprake is indien de voor het openbaar verkeer bestemde plaats waar de naaktrecreatie is beoefend ‘evident niet geschikt is’ voor ongeklede recreatie oftewel ‘dat objectief oordelende en redelijk denkende mensen over die niet-geschiktheid in een concreet geval redelijkerwijze niet van mening kunnen verschillen’. In casu grondslagverlating: door de verdachte met toepassing van deze maatstaf van het tenlastegelegde vrij te spreken, heeft het Hof derhalve vrijgesproken van iets anders dan was tenlastegelegd