ABRvS, 09-10-2013, nr. 201211566/1/R4.
ECLI:NL:RVS:2013:1447
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
09-10-2013
- Zaaknummer
201211566/1/R4.
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen (V)
Ruimtelijk bestuursrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RVS:2013:1447, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 09‑10‑2013
Uitspraak 09‑10‑2013
Inhoudsindicatie
Bij besluit van 30 oktober 2012 heeft het college van gedeputeerde staten besloten de raad van de gemeente Lansingerland een aanwijzing te geven als bedoeld in artikel 3.8, zesde lid, van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) ertoe strekkende dat het plandeel met de gebiedsaanduiding 'Wro-zone wijzigingsgebied-7' op de verbeelding en artikel 31, lid 31.2.4, van de planregels, voor zover dat betrekking heeft op deze gebiedsaanduiding, geen deel blijven uitmaken van het bestemmingsplan "Rottezoom", zoals dat door de raad bij besluit van 27 september 2012 is vastgesteld.
201211566/1/R4.
Datum uitspraak: 9 oktober 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
1. het college van burgemeester en wethouders van Lansingerland,
2. [appellant sub 2A] en [appellante sub 2B] (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant sub 2]), wonend te [woonplaats],
3. De vereniging Belangenvereniging de Kruisweg (hierna: BVK), gevestigd te Bleiswijk, gemeente Lansingerland,
appellanten,
en
het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 30 oktober 2012 heeft het college van gedeputeerde staten besloten de raad van de gemeente Lansingerland een aanwijzing te geven als bedoeld in artikel 3.8, zesde lid, van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) ertoe strekkende dat het plandeel met de gebiedsaanduiding 'Wro-zone wijzigingsgebied-7' op de verbeelding en artikel 31, lid 31.2.4, van de planregels, voor zover dat betrekking heeft op deze gebiedsaanduiding, geen deel blijven uitmaken van het bestemmingsplan "Rottezoom", zoals dat door de raad bij besluit van 27 september 2012 is vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben het college van burgemeester en wethouders, [appellant sub 2] en BVK beroep ingesteld.
Het college van gedeputeerde staten heeft een verweerschrift ingediend.
Het college van burgemeester en wethouders heeft nadere stukken ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 20 augustus 2013, waar het college van burgemeester en wethouders, vertegenwoordigd door L. Waasdorp, werkzaam bij de gemeente, [appellante sub 2B], BVK, vertegenwoordigd door P.F. Dietz, en het college van gedeputeerde staten, vertegenwoordigd door ir. A.C. de Waaij, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Het plan voorziet in een conserverende planologische regeling voor het gebied Rottezoom dat wordt begrensd door de A12 en een spoorlijn in het zuiden, de N209 in het westen, de Rotte in het oosten en de Noorddijk in het noorden. Onderdeel van het bestemmingsplan is het buurtschap Kruisweg en het agrarisch gebied gelegen tussen de Kruisweg en de Rotte (Rottezoom).
Ingevolge artikel 31, lid 31.2.4, van de planregels zijn burgemeester en wethouders bevoegd de bestemmingen en aanduidingen (waaronder bouwvlakken) van de gronden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'wro-zone-wijzigingsgebied-7 en 8' te wijzigen in de bestemmingen "Wonen" en "Tuin" met inachtneming van de onder a tot en met g van dat artikel opgenomen voorwaarden.
2. De aanwijzing strekt er toe dat het plan voor zover dat ziet op het plandeel met de gebiedsaanduiding 'wro zone wijzigingsgebied-7' en artikel 31, lid 31.2.4, van de planregels, voor zover dat betrekking heeft op deze gebiedsaanduiding, geen deel blijven uitmaken van het bestemmingsplan. Het plan vormt volgens het college van gedeputeerde staten een belemmering voor de wijze van aanleg van de toekomstige aansluiting van de parallelstructuur A12, Lange Rottelaan op de N209 bij de Kruisweg. Deze aansluiting is ruimtelijk gereserveerd in de actualisering 2011 van de provinciale structuurvisie. De in het plan voorziene ontwikkeling maakt realisering van dit zogenoemde voorkeurstracé onmogelijk, aldus het college van gedeputeerde staten.
3. Het college van burgemeester en wethouders, BVK en [appellant sub 2] betogen dat geen sprake is van een objectief provinciaal belang dat het treffen van een reactieve aanwijzing met het oog op een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk maakt. Zij stellen in dat kader dat uit de provinciale structuurvisie, die aan de reactieve aanwijzing ten grondslag is gelegd en die voorziet in reservering van ruimte ten behoeve van de aansluiting van de parallelstructuur A12 op de N209 bij Kruisweg, onvoldoende blijkt waarom provinciale belangen de aanleg daarvan noodzakelijk maken. De keuze voor de in de provinciale structuurvisie opgenomen varianten is volgens hen onvoldoende gemotiveerd en berust op onvolledig onderzoek.
In dat kader stellen het college van burgemeester en wethouders, BVK en [appellant sub 2] verder dat de uitvoerbaarheid van de parallelstructuur A12 onzeker is, omdat er onvoldoende financiële middelen beschikbaar zijn en onduidelijk is of en wanneer de parallelstructuur A12 zal worden gerealiseerd. Temeer omdat Rijkswaterstaat aan de gemeente Lansingerland gronden ter plaatse van het voorkeurstracé te koop heeft aangeboden.
In dat kader stelt het college van burgemeester en wethouders voorts dat toepassing van de wijzigingsbevoegdheid zoals weergegeven in artikel 31, lid 31.2.4, van de planregels, niet in de weg hoeft te staan aan het realiseren van de parallelstructuur A12. Er zal hooguit sprake zijn van extra verwervingskosten.
Het college van burgemeester en wethouders stelt dat het college van gedeputeerde staten ten onrechte een reactieve aanwijzing heeft gegeven en acht dat eerst op zijn plaats bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid.
BVK en [appellant sub 2] stellen dat de reactieve aanwijzing tot een waardevermindering van de onroerende zaken aan de Kruisweg zal leiden. [appellant sub 2] vreest voor het voortbestaan van Buurtschap Kruisweg.
3.1. Het college van gedeputeerde staten stelt zich op het standpunt dat een provinciaal belang in het geding is, omdat gebruikmaking van de wijzigingsbevoegdheid de aansluiting van de Lange Rottelaan op de N209 volgens het voorkeurstracé onnodig belemmert.
Ten aanzien van de in de provinciale structuurvisie gereserveerde ruimte en opgenomen varianten en de effecten daarvan, stelt het college van gedeputeerde staten zich op het standpunt dat voorafgaand aan de in de structuurvisie gemaakte keuzes een effectenstudie is uitgevoerd en dat de uitkomsten daarvan zijn betrokken bij de keuzes zoals die zijn gemaakt in de provinciale structuurvisie. Voorts is voorafgaand aan de vaststelling van de actualisering 2011 van de provinciale structuurvisie inhoudelijk gereageerd op de bezwaren die het college van burgemeester en wethouders naar voren heeft gebracht. Er zullen volgens het college van gedeputeerde staten nog aanvullende onderzoeken worden gedaan wanneer een concreet ruimtelijk plan wordt voorbereid. Daarin zullen onder meer verschillende alternatieven en de effecten daarvan op de omgeving, zoals geluidhinder, luchtkwaliteit en verkeersveiligheid, worden onderzocht.
De definitieve uitvoering van de parallelstructuur A12 is weliswaar nog onduidelijk en een klein deel van de gronden langs de A12 zijn te koop aangeboden, maar dit betekent volgens het college van gedeputeerde staten niet dat de parallelstructuur A12 niet zal worden gerealiseerd. Het college van gedeputeerde staten stelt, onder verwijzing naar het besluit van provinciale staten van Zuid-Holland van 10 november 2010, waarbij is ingestemd met het voorlopig ontwerp met bijbehorende kostenraming voor het Parallelstructuur A12, als uitwerking van de overeengekomen voorkeursoplossing in het BO-MIRT najaar 2009 en waarbij is ingestemd met het voornemen om op basis van het voorlopig ontwerp de planfase af te sluiten en te starten met de realisatiefase conform artikel 2.2.1 Regeling projecten Zuid-Holland (hierna: het besluit van 10 november 2010), dat er voldoende financiële middelen beschikbaar zijn. Voorts is de financiële bijdrage van de gemeente Zuidplas vastgelegd in het Ontwikkelstrategiekader van 2011 en worden er nog nadere afspraken gemaakt over het moment van afdracht van de opbrengsten van woningbouw, aldus het college van gedeputeerde staten.
Het college van gedeputeerde staten stelt dat het maatschappelijk zeer ongewenst is als nu de mogelijkheid wordt geboden tot woningbouw, terwijl ter plaatse mogelijk een weg wordt aangelegd. Er zou volgens het college van gedeputeerde staten dan zelfs sprake zijn van onbehoorlijk bestuur.
Volgens het college van gedeputeerde staten zal de reactieve aanwijzing niet leiden tot een waardevermindering van de onroerende zaken aan de Kruisweg en betekent dit evenmin dat voor het voortbestaan van Buurtschap Kruisweg moet worden gevreesd.
3.2. Het college van gedeputeerde staten heeft de bevoegdheid een reactieve aanwijzing te geven die het ter bescherming van provinciale belangen met het oog op een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk acht. De Afdeling beoordeelt aan de hand van de beroepsgronden of het college in redelijkheid van de noodzaak van het geven van een reactieve aanwijzing heeft kunnen uitgaan. De Afdeling toetst de beslissing van het college van gedeputeerde staten om van de bevoegdheid gebruik te maken terughoudend. Voorts beoordeelt de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden of het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht.
3.3. Provinciale staten van Zuid-Holland hebben op de voet van artikel 2.2, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) op 2 juli 2010 de structuurvisie 'Visie op Zuid-Holland' (hierna: de provinciale structuurvisie) vastgesteld. Daarin staat op blz. 75 dat met het oog op de ontwikkelingen in de Zuidplaspolder een geheel nieuwe regionale wegenstructuur is ontworpen. De parallelverbinding A12 Moordrechtboog is hierin een essentieel gegeven.
Deze structuurvisie is op 29 februari 2012 geactualiseerd (hierna: de actualisering 2011). Het ontwerp actualisering 2011 is voorafgaand aan de vaststelling ter inzage gelegd. Het college van burgemeester en wethouders heeft hiertegen zienswijzen naar voren gebracht.
Volgens paragraaf 42.1 van de actualisering 2011 is de planvorming voor de aansluiting van de parallelstructuur A12 (Lange Rottelaan) op de N209 bij Kruisweg (gemeente Lansingerland) nog niet afgerond. Het realiseren hiervan is ongeveer tien jaar uitgesteld. Voorkomen moet worden dat er bij het aansluitpunt Kruisweg ontwikkelingen plaatsvinden die realisering van de diverse alternatieven onmogelijk maken. Daarvoor zal de tekst van de provinciale structuurvisie worden aangepast.
In paragraaf 4.7.3 luidt de aanvullende tekst van de tweede alinea onder het kopje 'Regionale wegverbindingen': "met het oog op de ontwikkelingen in de Zuidplaspolder is een geheel nieuwe regionale wegenstructuur ontworpen. Essentieel onderdeel hiervan is de parallelstructuur A12, bestaande uit de Moordrechtboog, de Extra Gouwekruising, de Korte Rottelaan en Lange Rottelaan. Andere onderdelen zijn de omleiding van de N219 bij Zevenhuizen en het verleggen van deze verbinding bij Nieuwerkerk aan den IJssel. Er zijn twee mogelijkheden om de Lange Rottelaan aan te takken op de N209 bij Kruisweg. Ten eerste kan de Lange Rottelaan worden aangelegd als oostelijke tak van het kruispunt N209 en Zoetemeerselaan. De tweede mogelijkheid is de Lange Rottelaan ten zuiden van het buurtschap Kruisweg onder de N209 te leiden en vervolgens aan de westzijde van de N209 op de Zoetermeerselaan aan te takken".
3.4. Voor zover het college van burgemeester en wethouders, BVK en [appellant sub 2] betogen dat de provinciale structuurvisie berust op onvoldoende onderzoek, overweegt de Afdeling dat het college van gedeputeerde staten heeft verklaard dat er een effectenstudie is uitgevoerd naar de mogelijke gevolgen van de parallelstructuur op Kruisweg en dat de uitkomsten daarvan zijn betrokken bij de in de provinciale structuurvisie gemaakte keuzes. Blijkens de toelichting bij het besluit van 10 november 2010 zullen voorts nog aanvullende onderzoeken worden gedaan wanneer er een concreet ruimtelijk besluit wordt voorbereid dat ziet op de inpassing van de parallelstructuur A12. Bezwaren over de effecten van de definitieve uitvoering van de parallelstructuur kunnen dan ook op zichzelf niet in deze procedure aan de orde komen.
Voorts overweegt de Afdeling dat, gelet op de in het besluit van 10 november 2010 opgenomen financiële onderbouwing en de toelichting van het college van gedeputeerde staten over de financiële bijdrage van de gemeente Zuidplas en de definitieve uitvoering van de parallelstructuur A12, er op voorhand geen aanleiding is voor het oordeel dat het college van gedeputeerde staten zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de parallelstructuur A12 uitvoerbaar is.
Gelet op het voorgaande hebben het college van burgemeester en wethouders, BVK en [appellant sub 2] niet aannemelijk gemaakt dat aan de provinciale structuurvisie zodanige gebreken kleven dat het college van gedeputeerde staten de reactieve aanwijzing niet hierop heeft mogen baseren. Uit voornoemde bewoordingen uit de provinciale structuurvisie volgt dat voorkomen moet worden dat er bij het aansluitpunt Kruisweg ontwikkelingen plaatsvinden die realisering van diverse alternatieven van de aansluiting van de parallelstructuur A12 op de N209 bij Kruisweg onmogelijk maken. Niet valt in te zien dat het college van gedeputeerde staten dit belang niet in redelijkheid als provinciaal belang heeft kunnen aanmerken.
Voor zover het college van burgemeester en wethouders betoogt dat woningbouw niet aan het realiseren van de aansluiting van de Lange Rottelaan op de N209 in de weg staat, overweegt de Afdeling dat het college van gedeputeerde staten ter plaatse een aansluiting wil realiseren. Die wens ligt besloten in de provinciale structuurvisie en het besluit van 10 november 2010. Het realiseren van woningen op die locatie vormt een belemmering daarvoor. Het college van gedeputeerde staten heeft zich dan ook in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat het realiseren van woningen op die locatie onwenselijk is.
De betogen over de waardevermindering van onroerende zaken ter plaatse en de bedreiging van het voortbestaan van het Buurtschap Kruisweg falen reeds, omdat met het geven van een reactieve aanwijzing geen wijziging wordt teweeggebracht in het geldende planologische regime.
3.5. Gelet op het bepaalde in artikel 3.8, zesde lid, gelezen in samenhang met artikel 4.2, eerste lid, van de Wro, is het college bevoegd, na vaststelling van een bestemmingsplan, een reactieve aanwijzing te geven, indien provinciale belangen dat met het oog op een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk maken.
Het in beroep aangevoerde geeft geen aanleiding voor het oordeel dat het college van gedeputeerde staten zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat provinciale belangen met het oog op een goede ruimtelijke ordening het geven van de reactieve aanwijzing noodzakelijk maken. De stelling van het college van burgemeester en wethouders dat een reactieve aanwijzing eerst op zijn plaats is bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid faalt reeds, omdat de Wro de mogelijkheid tot het geven van een reactieve aanwijzing slechts voorziet bij de vaststelling van een bestemmingsplan. Artikel 3.9a van de Wro bevat niet de mogelijkheid tot het geven van een reactieve aanwijzing bij vaststelling van een wijzigingsplan.
4. De beroepen zijn ongegrond.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart de beroepen ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. J.A. Hagen, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A. Heinen, ambtenaar van staat.
w.g. Hagen w.g. Heinen
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 9 oktober 2013
632.