Einde inhoudsopgave
Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928
Artikel 6 [Kampeerterrein]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
31-08-2020, Stb. 2020, 331 (uitgifte: 11-09-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2020, Stb. 2020, 538 (uitgifte: 22-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Algemeen
Schenk- en erfbelasting (V)
Schenk- en erfbelasting / Natuurschoonwet
1.
Als inbreuk makend op het natuurschoon, bedoeld in artikel 2, tweede lid, wordt niet beschouwd de omstandigheid dat op de onroerende zaak een of meer kampeerterreinen zijn gelegen, mits er per oppervlakte van 25 hectare ten hoogste één kampeerterrein is gelegen.
2.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder kampeerterrein verstaan een terrein dat is ingericht of kennelijk duurzaam wordt gebruikt voor het kamperen en:
- a.
waarvan de oppervlakte niet groter is dan 1 hectare;
- b.
dat niet is gelegen op een natuurterrein, dan wel in een historisch park of in een historische tuin;
- c.
dat op meer dan 500 meter van een ander kampeerterrein op die onroerende zaak is gelegen;
- d.
waarop geen andere voorzieningen zijn aangebracht dan die voor de toevoer van gas, electriciteit en water en voor sanitaire behoeften;
- e.
waarop geen vaste standplaatsen zijn aangelegd.