Einde inhoudsopgave
Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie 2012
Artikel 76
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
07-12-2021, Stcrt. 2021, 46072 (uitgifte: 09-12-2021, regelingnummer: WJZ/ 21054508)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-12-2021, Stcrt. 2021, 46072 (uitgifte: 09-12-2021, regelingnummer: WJZ/ 21054508)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Energie
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
Energierecht (V)
1.
De minister verstrekt op aanvraag subsidie aan een producent van hernieuwbare warmte geproduceerd door een ketel met een nominaal thermisch vermogen groter dan of gelijk aan 0,5 MW, voor de productie van warmte uit verbranding van vaste of vloeibare biomassa als bedoeld in de NTA 8003: 2008, met uitzondering van biomassa als bedoeld in de nummers 100, 150, 170 tot en met 179, 500, 550 tot en met 559 van de NTA 8003: 2008.
2.
Een producent aan wie subsidie is verstrekt op grond van het eerste lid draagt er zorg voor dat ten minste 95% van de energetische waarde van de voor de productie gebruikte brandstof biogeen is.
3.
De minister verstrekt uitsluitend subsidie als bedoeld in het eerste lid voor productie van hernieuwbare warmte met behulp van vloeibare biomassa indien de producent aantoont dat de gebruikte vloeibare biomassa voldoet aan de duurzaamheids- en broeikasgasemissiereductiecriteria, bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de richtlijn (EU) 2018/2001.
4.
Aanvragen om subsidie als bedoeld in het eerste lid worden ontvangen in de periode van 13 maart 2012, 9:00 uur, tot 27 december 2012, 17:00 uur.
5.
Een aanvraag om subsidie wordt ingediend met gebruikmaking van het formulier dat is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 3.