Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2018/1727 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust), en tot vervanging en intrekking van Besluit 2002/187/JBZ
Artikel 61 Vaststelling van de begroting
Geldend
Geldend vanaf 11-12-2018
- Bronpublicatie:
14-11-2018, PbEU 2018, L 295 (uitgifte: 21-11-2018, regelingnummer: 2018/1727)
- Inwerkingtreding
11-12-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-11-2018, PbEU 2018, L 295 (uitgifte: 21-11-2018, regelingnummer: 2018/1727)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Privacy / Algemeen
EU-recht / Instituties
Politierecht / Organisatie
Staatsrecht / Rechtspraak
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
1.
Elk jaar stelt de administratief directeur een ontwerpraming op van de ontvangsten en uitgaven van Eurojust voor het volgende begrotingsjaar, inclusief het formatieplan, en zendt deze toe aan de raad van bestuur. Het Europees justitieel netwerk en andere in artikel 48 bedoelde Unienetwerken voor justitiële samenwerking in strafzaken worden tijdig vóór de toezending van de raming aan de Commissie geïnformeerd over de onderdelen die betrekking hebben op hun activiteiten.
2.
Op basis van die ontwerpraming beoordeelt de raad van bestuur voor het volgende begrotingsjaar de voorlopige ontwerpraming van de ontvangsten en uitgaven van Eurojust, die ter vaststelling aan het college wordt toegezonden.
3.
De voorlopige ontwerpraming van de ontvangsten en uitgaven van Eurojust wordt elk jaar uiterlijk op 31 januari aan de Commissie toegezonden. Eurojust zendt de Commissie uiterlijk op 31 maart van hetzelfde jaar een definitieve ontwerpraming toe, die tevens een ontwerp van formatieplan bevat.
4.
De Commissie zendt de raming, samen met het ontwerp van algemene begroting van de Unie, toe aan het Europees Parlement en aan de Raad (de begrotingsautoriteit).
5.
Op basis van de raming neemt de Commissie de geraamde bedragen die zij nodig acht voor het formatieplan alsook de bijdrage ten laste van de algemene begroting op in het ontwerp van algemene begroting van de Unie, dat zij overeenkomstig de artikelen 313 en 314 VWEU voorlegt aan de begrotingsautoriteit.
6.
De begrotingsautoriteit keurt de kredieten voor de bijdrage van de Unie aan Eurojust goed.
7.
De begrotingsautoriteit stelt het formatieplan van Eurojust vast. De begroting van Eurojust wordt door het college vastgesteld. De begroting wordt definitief na de definitieve vaststelling van de algemene begroting van de Unie. Indien nodig wordt de begroting van Eurojust dienovereenkomstig aangepast door het college.
8.
Op bouwprojecten die aanzienlijke gevolgen kunnen hebben voor de begroting van Eurojust, is artikel 88 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 (1) van de Commissie van toepassing.
Voetnoten
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie van 30 september 2013 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 208 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 328 van 7.12.2013, blz. 42).