NJB 2019/2632
Uitspraak niet later dan veertien dagen na de sluiting van het onderzoek: in casu heeft het hof in strijd met art. 345 lid 3 Sv niet uiterlijk op de veertiende dag na de sluiting van het onderzoek uitspraak gedaan, terwijl het vervolgens in strijd met het bepaalde in art. 345 lid 4 Sv heeft verzuimd de zaak op de bestaande tenlastelegging opnieuw te onderzoeken. Dat verzuim heeft nietigheid van het bestreden arrest tot gevolg
HR 19-11-2019, ECLI:NL:HR:2019:1801
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 november 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink en E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
18/03823
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1801, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑11‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:934, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑09‑2019
- Wetingang
(art. 345 Sv)
Essentie
Uitspraak niet later dan veertien dagen na de sluiting van het onderzoek: in casu heeft het hof in strijd met art. 345 lid 3 Sv niet uiterlijk op de veertiende dag na de sluiting van het onderzoek uitspraak gedaan, terwijl het vervolgens in strijd met het bepaalde in art. 345 lid 4 Sv heeft verzuimd de zaak op de bestaande tenlastelegging opnieuw te onderzoeken. Dat verzuim heeft nietigheid van het bestreden arrest tot gevolg
Uitspraak
Inleiding:
Het middel klaagt dat het Hof in strijd met art. 345, derde lid, Sv later dan op de veertiende dag ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.