Rb. 's-Hertogenbosch, 20-03-2007, nr. 494774
ECLI:NL:RBSHE:2007:BH0236
- Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Datum
20-03-2007
- Zaaknummer
494774
- LJN
BH0236
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBSHE:2007:BH0236, Uitspraak, Rechtbank 's-Hertogenbosch, 20‑03‑2007; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
- Vindplaatsen
AR-Updates.nl 2009-0061
VAAN-AR-Updates.nl 2009-0061
Uitspraak 20‑03‑2007
Inhoudsindicatie
Ontbinding arbeidsovereenkomst door kantonrechter. "mismatch" waarvoor beide partijen verantwoordelijkheid dragen. Ontbindingsvergoeding met c=1. Het verzoek van de werknemer om de gemiste opzegtermijn (van april 2007 tot 1 juli 2007) te verdisconteren in e ontbindingsvergoeding is door de kantonrechter afgewezen nu er geen sprake is van een beeindiging van de arbeidsovereenkomst door opzegging maar door een rechterlijke ontbinding.
Partij(en)
RECHTBANK ‘s-HERTOGENBOSCH
Sector Kanton, lokatie ‘s-Hertogenbosch
Zaaknummer : 494774
EJ verz. : 07-526
Uitspraak : 20 maart 2007
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Akkrée Keukens en Interieur B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Uden aan de Rondweg 11,
verzoekster,
gemachtigde: mr. M.M. van Til (Herengracht 444, 1017 BZ Amsterdam),
t e g e n :
[verweerder],
wonende te [plaats] (België) aan de [straat],
verweerder,
gemachtigde: mr. C. de Lange (postbus 3171, 5003 DD Tilburg).
1. De procedure
Het op 5 maart 2007 ter griffie van de rechtbank, sector kanton, locatie 's-Hertogenbosch, ingekomen verzoekschrift strekt tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen partijen, welke in het vervolg zullen worden aangeduid als "[verzoekster]" en "[verweerder]".
Zijdens [verweerder] is een verweerschrift ingediend. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 15 maart 2007, op voorhand waarvan de gemachtigde van [verzoekster] producties heeft ingezonden. Partijen hebben de zaak hebben doen bepleiten door hun gemachtigden. De gemachtigde van [verzoekster] heeft hierbij gebruik gemaakt van pleitaan-tekeningen, welke aan de kantonrechter zijn overgelegd. Na gevoerd debat is de beschikking bepaald op heden.
2. De inleiding
Tussen partijen bestaat een arbeidsovereenkomst. [verweerder] is met ingang van 21 augustus 2006 bij [verzoekster] in dienst getreden als "specialist voor het resort keukenplanning, -advies, materieel, keukenlogistiek en logistiek keukentoebehoor alsmede voor de acquisitie voor het gehele produktaanbod". Het bruto salaris bedraagt € 2.650,-- exclusief 8% vakantietoeslag. [verweerder] is thans 32 jaren oud.
[verzoekster] grondt het verzoek op de stelling dat er gewichtige redenen bestaan om de bestaande arbeidsovereenkomst te ontbinden. Zij voert daartoe aan dat sprake is van veranderingen in de omstandigheden, die van dien aard zijn dat de arbeidsovereenkomst op de kortst mogelijke termijn behoort te eindigen.
Ter toelichting op deze stellingname heeft [verzoekster] - kort weergegeven - het volgende aangevoerd.
[verzoekster] heeft met [verweerder] een arbeidsovereenkomst willen aangaan voor de periode van 21 augustus 2006 tot 1 februari 2007. Gedurende deze periode zou [verzoekster] bezien of zij de arbeidsovereenkomst zou willen verlengen. Als tot verlenging zou worden overgegaan zou er op 1 mei 3 en op 1 augustus 2007 een evaluatiegesprek volgen.
[verweerder] zou zich gaan bezig houden met het tekenen van keukens door middel van het zogenaamde AutoCAD-programma. Direct na zijn indiensttreding bleek dat [verweerder], anders dan hij [verzoekster] tijdens de sollicitatieprocedure had voorgespiegeld, dit tekenprogramma niet beheerste. [verzoekster] heeft [verweerder] noodgedwongen op een AutoCAD-cursus gestuurd.
Na de indiensttreding van [verweerder] stapelden de ergernissen zich snel op. [verweerder] bleek voor zijn indiensttreding niet alleen onjuiste informatie te hebben gegeven over zijn vaardigheden maar hij bleek ook lui te zijn. [verweerder] verrichtte zijn werkzaamheden grotendeels in dezelfde ruimte als mevrouw [x]. Beiden vormden het enige kantoorpersoneel. Voor de rest werken er, afgezien van de directeur, [de heer Y], alleen monteurs bij [verzoekster]. Terwijl mevrouw [x] de hele dag in touw was met het officemanagement, de boekhouding en het ontwerpen van keukens was [verweerder] een groot deel van de dag bezig met privé-emails en het voeren van privé-telefoongesprekken. Ondanks dat de heer [y] [verweerder] er diverse malen op heeft gewezen dat hij mevrouw [x] diende te ondersteunen en zijn privé-zaken in zijn eigen tijd moest doen veranderde hij niets aan zijn gedrag. [verweerder] maakte er een gewoonte van om dagelijks vanaf 16.00 uur op internet te surfen.
Als gevolg van de houding van [verweerder] is de verstandhouding tussen [y] en [x] enerzijds en [verweerder] anderzijds onherstelbaar verstoord geraakt. In de veronderstelling dat de arbeidsovereenkomst per 1 februari 2007 zou expireren heeft [verzoekster] op 30 januari 2007 aan [verweerder] medegedeeld dat zij de arbeidsovereenkomst niet zou verlengen en dat deze per 1 februari 2007 zou eindigen. [verweerder] heeft zich op 31 januari 2007 ziek gemeld. Via zijn gemachtigde heeft [verweerder] laten weten zich op het standpunt te stellen dat het dienstverband op 1 februari 2007 niet geëindigd is en dat hij zijn ziekmelding handhaafde. [verzoekster] heeft vervolgens juridisch advies ingewonnen. [verzoekster] moet erkennen dat de redactie van artikel 1 van de arbeidsovereenkomst betekent dat partijen niet van elkaar af zijn waarop zij de Arbodient heeft verzocht om [verweerder] te onderzoeken. [verweerder] is voor het spreekuur van de bedrijfsarts opgeroepen maar, zonder bericht, niet op het spreekuur verschenen. Uit een spoedcontrôle van de bedrijfsarts bleek dat [verweerder] niet ziek is.
Nu de verstoorde verstandhouding uitsluitend voor rekening van [verweerder] komt en hij sinds eind januari 2007 is vrijgesteld om de bedongen arbeid te verrichten is een beëindigingsvergoeding niet op zijn plaats.
[verweerder] heeft tegen het verzoek - kort weergegeven - het navolgende tot verweer aangevoerd.
Het bruto maandsalaris van [verweerder] bedraagt, blijkens de loonstrook, € 2.650,-- exclusief 8% vakantietoeslag. [verweerder] mocht de door [verzoekster] ter beschikking gestelde auto ook privé gebruiken waarvoor een fiscale bijtelling als "waarde privé-gebruik auto" in zijn salarisberekening werd verwerkt.
De stelling van [verzoekster], dat zij een overeenkomst heeft willen aangaan voor de periode van 21 augustus 2006 tot 1 februari 2007 om in die periode na te gaan of zij de overeenkomst met bakker zou willen verlengen, wordt door [verweerder] betwist. Nu door [verzoekster] pas na 1 februari 2007, namelijk op 1 mei en 1 augustus 2007, evaluatiegesprekken werden beoogd, was het kennelijk de bedoeling om de beoordeling over de geschiktheid van [verweerder] uit te stellen tot mei 2007 en het dienstverband in elk geval niet voor mei 2007 te laten eindigen.
Bij schrijven van 30 januari 2007 heeft [verzoekster] aan [verweerder] laten weten dat hij niet zou voldoen aan het verwachtingspatroon en dat de overeenkomst werd beëindigd. Bij brief van 5 februari 2007 heeft [verweerder] hiertegen geprotesteerd. Aansluitend op de eerste periode vanaf 21 augustus 2006 is op 1 februari 2007 de overeenkomst ingegaan waardoor deze overeenkomst onverminderd voortduurt.
[verweerder] is door [verzoekster] nooit eerder aangesproken dat hij niet zou voldoen. Indien de verwijten al juist zouden zijn dan had [verzoekster] [verweerder] in de gelegenheid moeten stellen om zijn functioneren te verbeteren. Anders dan [verzoekster] stelt is [verweerder] niet aangenomen om zich bezig te gaan houden met het tekenen van keukens door middel van een AutoCAD-programma. Tijdens de sollicitatie is wel gesproken over AutoCAD-tekenen. Dit was geen eis maar het leek [verzoekster] wel makkelijk voor haar organisatie als [verweerder] een diploma zou verwerven. [verweerder] zou dan ook een cursus gaan volgen op kosten van [verzoekster]. Uiteindelijk heeft [verweerder] de kosten van de cursus zelf moeten dragen.
[verzoekster] is een klein bedrijf. De directeur liet zich vrijwel nooit zien zodat [verweerder] in de praktijk alleen met [x] op kantoor was. Er zijn nooit conflicten of ergernissen geweest. [verweerder] heeft zich steeds loyaal jegens het bedrijf opgesteld. Als het nodig was werkte [verweerder] over zonder daarvoor een betaling te ontvangen en werkte hij door tijdens de lunchpauze. [verweerder] maakte gebruik van het internet ten behoeve van de bedrijfsvoering bijvoorbeeld voor onderdelen voor een keuken. [verweerder] telefoneerde niet veelvuldig over privé-zaken. Zijn mobiele telefoon liet hij altijd thuis en hij belde alleen naar huis als het later werd. [verweerder] is op zijn beweerde luiheid en privé-activiteiten in werktijd nimmer aangesproken.
Dat de betrekkingen tussen [verweerder] en [x] en [y] onherstelbaar verstoord zijn geraakt als gevolg van de houding van [verweerder] is niet juist. Niet uitgesloten kan worden dat [verzoekster] uit vrees voor haar plicht tot loondoorbetaling tijdens ziekte thans nog steeds de beëindiging nastreeft. [verweerder] is nog steeds ziek. [verweerder] is ook niet zonder bericht op het spreekuur van de bedrijfsarts weggebleven maar de oproep was zo laat verstuurd dat deze pas door [verweerder] werd ontvangen op de dag van het spreekuur. Hij kon niet op tijd aanwezig zijn. [verweerder] heeft meteen gebeld en een afspraak gemaakt voor de volgende dag. [verweerder] heeft pas door de aan het verzoekschrift gehechte kopie van de brief van ArboDuo van 26 februari 2007 kennis gekregen van het standpunt van de arts.
[verzoekster] heeft getracht [verweerder] zonder deugdelijke grond en in strijd met de bepalingen van de arbeidsovereenkomst per 31 januari 2007 de deur te wijzen. Ondanks dat van een vertrouwensbreuk geen sprake is wenst [verzoekster] de betrekkingen te beëindigen. De klachten van [verweerder] zijn dusdanig dat hij niet snel hersteld zal zijn. Zolang [verweerder] ziek is kan geen ontbinding plaatsvinden. Indien zou worden geoordeeld dat ontbinding moet plaatsvinden dient dit, ingevolge de arbeidsovereenkomst, niet eerder plaats te vinden dan tegen 1 juli 2007 onder toekenning van een vergoeding van 4 bruto maandsalarissen plus vakantietoeslag vermeerderd met het bruto gederfd privé-gebruik van de auto ad € 604,82 per maand. Zo de arbeidsovereenkomst tegen een eerdere datum wordt ontbonden dan dient voormelde vergoeding te worden vermeerderd met de gemiste opzegtermijn.
3. De beoordeling
Niet gebleken is dat het verzoek verband houdt met een van de opzegverboden van artikel 7:647, 648, 670 en 670a BW of met enig ander verbod tot opzegging van de arbeidsovereenkomst. Weliswaar is [verweerder] arbeidsongeschikt, maar niet deze arbeidsongeschiktheid, maar de verstoorde arbeidsverhouding vormt de reden voor het onderhavige verzoek. Onder die omstandigheden hoeft het verbod van artikel 7:670 lid 1 niet aan een ontbinding in de weg te staan.
Partijen zijn op 21 augustus 2006 een schriftelijke arbeidsovereenkomst aangegaan. Uit de redactie van deze arbeidsovereenkomst kan niet anders worden geconcludeerd dan dat in deze sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Verder is gebleken dat het salaris van [verweerder], conform de salarisspecificatie van januari 2007, € 2650,-- bruto per maand bedraagt.
Uit de stukken van het geding en het ter zitting verhandelde blijkt genoegzaam dat de verhouding tussen partijen onherstelbaar verstoord is. [verzoekster] heeft aangegeven dat zij het vertrouwen in [verweerder] volledig heeft verloren.
Dit brengt mede dat er voldoende grondslag is om het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst in te willigen.
De tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst zal daarom worden ontbonden met ingang van 1 april 2007.
Vervolgens is aan de orde de vraag of er gronden zijn om aan [verweerder] ten laste van [verzoekster] een vergoeding toe te kennen en, zo ja, tot welk bedrag. Daarbij is van belang of van het verstoord raken van de arbeidsverhouding aan [verweerder] een zodanig verwijt kan worden gemaakt dat de gevolgen van het verlies van de dienstbetrekking geheel of gedeeltelijk voor zijn rekening moeten worden gelaten.
[verweerder] is op initiatief van [verzoekster] via bemiddeling van rekruteringsbureau [z] op 21 augustus 2006 bij [verzoekster] in dienst getreden in de functie van 'specialist voor het resort keukenplanning, -advies, materieel, keukenlogistiek en logistiek keukentoebehoor en acquisitie voor het gehele poduktaanbod van [verzoekster]'.
[verzoekster] heeft aangevoerd dat zij [verweerder] er regelmatig op heeft gewezen dat hij niet naar behoren zou functioneren, dat hij mevrouw [x] diende te ondersteunen als ook dat hij zijn privé-zaken in zijn eigen tijd diende te doen waarbij [verweerder] steeds beterschap beloofde maar dat aan zijn gedrag vervolgens niets veranderde. Een en ander is door [verweerder] bestreden.
[verzoekster] heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat zij [verweerder] op zijn onvoldoende functioneren heeft aangesproken. Het had op de weg van [verzoekster] gelegen om het ter zake door haar gestelde op deugdelijke wijze te onderbouwen. Nu [verzoekster] dat heeft nagelaten dient dit voor haar rekening en risico te worden gebracht evenals het feit dat zij [verweerder] vanaf eind januari 2007 heeft vrijgesteld om de bedongen arbeid te verrichten.
Dat [verweerder], naar hijzelf stelt, steeds naar behoren heeft gefunctioneerd kan niet worden aangenomen onder andere daar, naar hij zelf heeft aangegeven, hij bij indiensttreding onvoldoende kennis had van het AutoCAD-programma, waarvoor hij vervolgens een cursus heeft gevolgd.
Alle omstandigheden in aanmerking genomen is de kantonrechter van oordeel dat, ondanks alle goede bedoelingen van partijen, in deze duidelijk sprake is van een zogenaamde "mismatch" waarvoor beide partijen verantwoordelijkheid dragen.
Er zijn daarom termen aanwezig om aan [verweerder] een, ten laste van [verzoekster] komende vergoeding toe te kennen. Bij de vaststelling van de hoogte van die vergoeding wordt, op basis van de kantonrechtersformule, rekening gehouden met het korte dienstverband, de leeftijd van [verweerder] en het door hem laatstelijk genoten salaris vermeerderd vakantietoeslag en de "waarde privé-gebruik auto". De waarde privé-gebruik auto, waarvoor maandelijks een bedrag van
€ 604,82 bruto op het salaris van [verweerder] in mindering wordt gebracht, dient te worden aangemerkt als een vast loonbestanddeel. De factor C in de kantonrechterformule wordt op 1 gesteld.
De vergoeding zal mitsdien worden vastgesteld op een bedrag van € 3.550,-- bruto.
Het verzoek van [verweerder] tot verhoging van de hiervoor vermelde vergoeding met een bedrag ter grootte van het salaris tot 1 juli 2007 wordt afgewezen, nu in deze geen sprake is van een beëindiging van de arbeidsovereenkomst door opzegging maar door een rechterlijke ontbinding.
Gelet op het voornemen de arbeidsovereenkomst te ontbinden per 1 april 2007 met de toekenning aan [verweerder] van een vergoeding als voornoemd, zal [verzoekster] eerst nog in de gelegenheid worden gesteld haar verzoek desgewenst in te trekken.
Zowel bij intrekking als bij handhaving van het verzoek acht de kantonrechter termen aanwezig de proceskosten te compenseren.
4. De beslissing
De kantonrechter:
Stelt [verzoekster] tot uiterlijk 29 maart 2007 in de gelegenheid haar verzoek in te trekken door middel van een schriftelijke verklaring ter griffie van de rechtbank, sector kanton, lokatie ’s-Hertogenbosch.
Compenseert de proceskosten zo, dat ieder van partijen de eigen kosten draagt.
Beslist, voor het geval [verzoekster] haar verzoek handhaaft, thans reeds als volgt:
- -
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 april 2007;
- -
kent aan [verweerder] ten laste van [verzoekster] een vergoeding toe van € 3.550,-- bruto, en veroordeelt [verzoekster], voor zoveel nodig, tot betaling van dit bedrag aan [verweerder].
Aldus gegeven en in het openbaar uitgesproken op 20 maart 2007 door mr. J.P.M. van der Ham, kantonrechter, in tegenwoordigheid van de griffier.
Zaaknummer: 494774 blad 5