Einde inhoudsopgave
Cessie (O&R nr. 70) 2012/V.6.3
V.6.3 De omzetting van een stille cessie in een medegedeelde cessie
mr. M.H.E. Rongen, datum 01-10-2011
- Datum
01-10-2011
- Auteur
mr. M.H.E. Rongen
- JCDI
JCDI:ADS362469:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Algemeen
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
Voetnoten
Voetnoten
Vgl. voor de betekening van een cessie onder oud recht: HR 23 januari 1959, NJ 1959, 168 (Hartman/Reichhardt).
Ook voor de openbare cessie geldt dat zolang de mededeling niet duidelijk maakt welke vordering is overgedragen of aan wie de vordering is overgedragen, de schuldenaar bescherming kan ontlenen aan het verbintenissenrecht. Het feit dat de mededeling voor de schuldenaar niet in alle opzichten duidelijk is, hoeft echter niet aan de geldigheid van de overdracht in de weg te staan. Zie nr. 461.
Na mededeling van de stille cessie dient de schuldenaar, indien hij zijn schuld wil verrekenen met een tegenvordering op de cedent of met een mogelijke vordering op de cessionaris, de daarvoor vereiste verrekeningsverklaring te richten tot zijn nieuwe schuldeiser, de cessionaris (voor de mededeling kan de schuldenaar verrekenen in zijn verhouding tot de cedent). De schuldenaar heeft er dus belang bij de identiteit van de cessionaris te kennen.
In verband met de vraag of de schuldenaar mag of moet vertrouwen op de juistheid van de mededeling, kan het in het belang van de cessionaris zijn dat de mededeling geschiedt door of namens de cedent, zie § V.5.7.
Er kan evenwel (indirect) goederenrechtelijke werking aan worden toegekend door de overdraagbaarheid van de vordering van de naleving van de voornoemde overeenkomst afhankelijk te stellen. Daarvoor is wel de medewerking van de schuldenaar vereist (zie art. 3:83 lid 2 BW). Vgl. over dergelijke ‘geclausuleerde’ onoverdraagbaarheidsbedingen: Verhagen & Rongen 2000, p. 110-112.
529. Aan de mededeling te stellen eisen. In § 5.2 en § 5.3 is gebleken dat er geen strenge eisen behoeven te worden gesteld aan de mededeling van een openbare cessie (of verpanding) van een vordering op naam, wil de mededeling tot een overdracht van de vordering kunnen leiden. De vraag aan welke eisen de mededeling moet voldoen, kan ook worden gesteld ten aanzien van de omzetting van een stille cessie in een medegedeelde cessie. Evenals de omzetting van een stil pandrecht in een openbaar pandrecht, is de mededeling van een stille cessie er allereerst op gericht de cessionaris inningsbevoegd te maken. Voorts heeft de mededeling tot gevolg dat de cessie de schuldenaar vanaf dat moment ook in andere opzichten verbintenisrechtelijk kan worden tegengeworpen, wat onder andere van belang is voor de bevoegdheid van de schuldenaar tot verrekening en het inroepen van verweermiddelen (zie hiervoor § 6.2.2 en § 6.2.3). Anders dan in geval van een openbare cessie, waarbij de mededeling primair is gericht op het bewerkstelligen van de overdracht, vereisen deze rechtsgevolgen dat er strengere eisen aan de mededeling worden gesteld. De mededeling dient de schuldenaar voldoende duidelijk te maken wie de cessionaris is en welke vordering is overgedragen.1 Is dat niet het geval dan kan de cessie de schuldenaar verbintenisrechtelijk nog niet worden tegengeworpen.2 De schuldenaar moet immers weten aan wie hij dient te betalen en om welke schuld het gaat. Dit is ook van belang voor zijn verrekeningsbevoegdheid en voor het inroepen van verweermiddelen.3
Voor de vraag of de mededeling voldoende duidelijk maakt om welke vordering het gaat, is het gezichtspunt van de schuldenaar beslissend. Het komt erop aan of de schuldenaar op grond van de mededeling van cessie redelijkerwijs heeft kunnen begrijpen om welke vordering het gaat (vgl. art. 3:35 BW). Twijfelt de schuldenaar op redelijke gronden aan wie hij dient te betalen, dan kan hij de betaling opschorten (art. 6:37 BW).
530. Mededeling door cedent of cessionaris. De omzetting van een stille cessie in een medegedeelde cessie door mededeling, kan zowel geschieden door de cedent als de cessionaris (zie art. 3:94 lid 3, tweede zin, slot, BW). De cedent en de cessionaris zijn daartoe ieder zelfstandig bevoegd.4 Deze mededeling kan bovendien, anders dan in geval van verpanding, te allen tijde geschieden. De beperking van art. 3:239 lid 3 BW ((dreigende) tekortkoming) is in de regeling van de stille cessie niet overgenomen. Bij overeenkomst kan de bevoegdheid om te allen tijde mededeling te doen voor een van beiden worden uitgesloten of aan voorwaarden worden onderworpen. Ook kan worden bepaald dat slechts gezamenlijk mededeling kan worden gedaan. Dergelijke regelingen hebben uitsluitend obligatoire werking.5