Beschikking houdende vaststelling van de lijst van nationale referentielaboratoria voor de opsporing van residuen
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 04-09-1998
- Redactionele toelichting
De bijlage is gecorrigeerd via een rectificatie (PbEG 1999, L 18).
- Bronpublicatie:
03-09-1998, PbEG 1998, L 251 (uitgifte: 11-09-1998, regelingnummer: 98/536/EG)
- Inwerkingtreding
04-09-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-09-1998, PbEG 1998, L 251 (uitgifte: 11-09-1998, regelingnummer: 98/536/EG)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
(Voor de EER relevante tekst)
Beschikking van de Commissie van 3 september 1998 houdende vaststelling van de lijst van nationale referentielaboratoria voor de opsporing van residuen
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (1), en met name op artikel 14, lid 1,
Overwegende dat in artikel 14, lid 1, van Richtlijn 96/23/EG is bepaald dat elke lidstaat ten minste één nationaal referentielaboratorium aanwijst, waarbij elk residu of elke groep residuen slechts aan één nationaal referentielaboratorium mag worden toegewezen; dat de lidstaten evenwel tot en met 31 december 2000 eenzelfde residu of groep residuen kunnen laten opsporen door verschillende nationale laboratoria die zij reeds vóór de aanneming van de richtlijn hadden aangewezen;
Overwegende dat in artikel 14, lid 1, van Richtlijn 96/23/EG de taken zijn vastgesteld waarmee de nationale referentielaboratoria met de opsporing van residuen worden belast en aan de Commissie wordt gevraagd de lijst van de nationale referentielaboratoria op te stellen;
Overwegende dat de bijlage bij de onderhavige beschikking uiterlijk op 31 december 2000 opnieuw moet worden bezien;
Overwegende dat voor de juridische duidelijkheid, enkele bepalingen van Beschikking 93/257/EEG van de Commissie van 15 april 1993 tot vaststelling van de referentiemethoden en de lijst van nationale referentielaboratoria voor residuenopsporing (2) moeten worden ingetrokken;
Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Veterinair Comité,
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN: