Einde inhoudsopgave
Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming
Artikel 7.13 (ontheffing PDC)
Geldend
Geldend vanaf 06-02-2018
- Bronpublicatie:
23-10-2017, Stb. 2017, 404 (uitgifte: 07-11-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
06-02-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-01-2018, Stb. 2018, 7 (uitgifte: 24-01-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Gezondheidsrecht / Individuele gezondheidszorg
Milieurecht / Straling
Openbare orde en veiligheid / Preventie
Energierecht / Energieopwekking
1.
Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid of, indien het inrichtingen betreft waarvoor een vergunning krachtens artikel 15, onder b, van de wet is verleend, de Autoriteit of, indien het mijnbouw betreft, Onze Minister van Economische Zaken, een door Onze Minister van Defensie aan te wijzen autoriteit, kan, indien het meten van blootstelling aan ioniserende straling aan de hand van het persoonlijk controlemiddel, bedoeld in artikel 7.12, eerste lid, niet of niet goed mogelijk is of als de effectieve of equivalente dosis op andere passende wijze wordt bepaald, ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 7.12.
2.
Aan de ontheffing, bedoeld in het eerste lid, worden voorschriften verbonden die inhouden dat de effectieve of equivalente dosis geschat wordt aan de hand van de individuele metingen bij andere blootgestelde werknemers, of aan de hand van de zonemonitoring, bedoeld in artikel 7.10, of in het geval van een vliegtuigbemanning op een wijze als bedoeld in artikel 7.5.