V-N 2013/50.10
Aangaan van verplichtingen volgens A-G Wattel onvoldoende om te kunnen spreken van “herinvesteren” in de zin van art. 3.54 Wet IB 2001. Antimisbruikbepaling tegen handel in HIR-lichamen van toepassing (II)
HR (A-G) 25-06-2013, ECLI:NL:PHR:2013:607, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
25 juni 2013
- Zaaknummer
13/00215
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- JCDI
JCDI:ADS23997:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2013:607, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑06‑2013
- Wetingang
Essentie
A-G Wattel concludeert dat het aangaan van verplichtingen niet voldoende is om te kunnen spreken van “herinvesteren” in de zin van art. 3.54 Wet IB 2001. X bv kan de faciliteit van art. 3.54 Wet IB 2001 dan niet toepassen.
Samenvatting
Belanghebbende X bv beschikt over een herinvesteringsreserve (HIR) van ruim € 1,4 mln. Op 20 december 2004 om 16.50 uur sluit X bv met J bv een koopovereenkomst. X bv koopt hierbij appartementsrechten voor ruim € 3,7 mln. Op basis van deze koopovereenkomst blijven de appartementsrechten tot het moment van levering bij de verkoper en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.