Einde inhoudsopgave
Wet algemene regels herindeling
Artikel 19 [Voorbereiding door minister]
Geldend
Geldend vanaf 21-02-2001
- Redactionele toelichting
Paragraafopschrift 3 is ingevoegd.
- Bronpublicatie:
25-01-2001, Stb. 2001, 85 jo Stb. 2001, 86 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken: 26655)
25-01-2001, Stb. 2001, 85 jo Stb. 2001, 86 (uitgifte: 20-02-2001, kamerstukken: 25234)
- Inwerkingtreding
21-02-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-01-2001, Stb. 2001, 85 jo Stb. 2001, 86 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken: 26655)
25-01-2001, Stb. 2001, 85 jo Stb. 2001, 86 (uitgifte: 20-02-2001, kamerstukken: 25234)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Decentralisatie
Omgevingsrecht / Ruimtelijke ordening
1.
De voorbereiding van een herindelingsregeling door Onze Minister geschiedt met overeenkomstige toepassing van artikel 8, eerste tot en met vierde lid, met dien verstande dat:
- a.
Onze Minister in de plaats treedt van gedeputeerde staten;
- b.
tevens gedeputeerde staten van de betrokken provincie of provincies in de gelegenheid worden gesteld tot het voeren van het overleg, bedoeld in artikel 8, eerste lid; en
- c.
het herindelingsontwerp tevens aan provinciale staten van de betrokken provincie of provincies wordt gezonden. Deze kunnen tot uiterlijk drie maanden na ontvangst van het herindelingsontwerp hun zienswijze over het ontwerp kenbaar maken aan Onze Minister.
2.
Artikel 10 is van overeenkomstige toepassing.
3.
Indien door gedeputeerde staten of een commissie als bedoeld in artikel 15, eerste lid, met betrekking tot een wijziging van de provinciegrenzen voorbereidingen zijn getroffen als bedoeld in de artikelen 15 tot en met 17 voor een herindelingsadvies of een herindelingsregeling en Onze Minister met toepassing van het eerste lid de voorbereiding van een herindelingsregeling ten aanzien van die provinciegrenzen ter hand neemt, kunnen de door gedeputeerde staten of de commissie getroffen voorbereidingen door Onze Minister worden aangemerkt als door hem getroffen voorbereidingen.