AB 2017/418
Bewijs verzameld via geheime surveillance door privédetective is in strijd met art. 8 EVRM verkregen. Geen schending art. 6 EVRM.
EHRM 18-10-2016, ECLI:CE:ECHR:2016:1018JUD006183810, m.nt. Y.E. Schuurmans en J. Uzman
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
18 oktober 2016
- Magistraten
L. López Guerra, H, Jäderblom, H. Keller, D. Dedov, B. Lubarda, P. Pastor Vilanova, G.A. Serghides
- Zaaknummer
61838/10
- Noot
Y.E. Schuurmans en J. Uzman
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS927842:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:CE:ECHR:2016:1018JUD006183810, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 18‑10‑2016
- Wetingang
Essentie
Geheime surveillance door detectivebureau bij vermeende uitkeringsfraude. Publieke ruimte. Wettelijke grondslag heimelijke observatie niet adequaat. Schending art. 8 EVRM. Gebruik van het onrechtmatig verkregen surveillancerapport levert geen strijd met art. 6 EVRM op, nu klaagster voldoende mogelijkheden heeft gehad om het bewijsmateriaal te bestrijden.
Samenvatting
Vukota-Bojić heeft een verkeersongeval gehad en is gedeeltelijk arbeidsongeschikt. Ze claimt een uitkering in het kader van een publiekrechtelijke arbeidsongeschiktheidsverzkering die door een private verzekeraar wordt uitgevoerd. Na eerdere conflicterende medische rapporten, nodigt de verzekeraar mevrouw Vukota-Bojić in 2005 uit voor nader medisch onderzoek. Op haar weigering hieraan mee ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.