RFR 2010, 56
Huwelijksvermogensrecht. Zijn belastingschulden verknochte schulden in de zin van art. 1:94 lid 3 BW?
HR 26-02-2010, ECLI:NL:HR:2010:BK1519
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
26 februari 2010
- Magistraten
Mrs. J.W. van den Berge, C. Schaap, J.W.M. Tijnagel, A.H.T. Heisterkamp, M.W.C. Feteris
- Zaaknummer
09/01148
- Conclusie
A-G Van Ballegooijen
- LJN
BK1519
- JCDI
JCDI:ADS173941:1
- Vakgebied(en)
Vermogensbelasting (V)
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Financiële planning / Estate planning
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BK1519, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑02‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BK1519, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑10‑2009
- Wetingang
BW art. 1:94 lid 3, 102
Essentie
Huwelijksvermogensrecht.
Zijn belastingschulden verknochte schulden in de zin van art. 1:94 lid 3 BW?
Samenvatting
De man die in gemeenschap van goederen is gehuwd, heeft de aan hem opgelegde navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premieheffing volksverzekering over de jaren 1997 tot en met 1999 onbetaald gelaten. Met ingang van 19 november 1999 is het huwelijksvermogensregime gewijzigd en is iedere gemeenschap van goederen uitgesloten. De Ontvanger heeft de vrouw op 2 november 2004 op grond van art. 1:102 BW aansprakelijk gesteld voor de helft van de aanslagen ten bedrage van € 101.074,77. De Ontvanger heeft beslag gelegd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.