Einde inhoudsopgave
Erkenningsregeling trainingen zeevaartbemanning
Artikel 2 De aanvraag
Geldend
Geldend vanaf 03-05-2014
- Bronpublicatie:
22-04-2014, Stcrt. 2014, 11484 (uitgifte: 02-05-2014, regelingnummer: IENM/BSK-2014/91236)
- Inwerkingtreding
03-05-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-04-2014, Stb. 2014, 161 (uitgifte: 02-05-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met art. I van de wet van 25-09-2013 (Stb. 2013, 381).
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
De aanvraag voor een erkenning van een training wordt door het bevoegd gezag van het betrokken trainingsinstituut schriftelijk ingediend bij de Minister of bij een aangewezen certificerende instelling.
2.
Voor elke training wordt een afzonderlijke aanvraag ingediend.
3.
De aanvraag gaat ten minste vergezeld van de volgende gegevens:
- a.
de naam van de training waarvoor de erkenning wordt gevraagd;
- b.
de naam van het opleidingsinstituut;
- c.
het tijdens de training te gebruiken lesmateriaal;
- d.
een lesplan, dat inzicht geeft in de inhoud en tijdsduur van de training en de te volgen examenprocedure;
- e.
een voorbeeld van het na een succesvolle voltooiing van de training uit te reiken diploma, certificaat of getuigschrift;
- f.
een overzicht van de docenten en hun kwalificaties, die bevoegd zijn de training of een deel ervan te verzorgen, en
- g.
een afschrift van het door de instelling gehanteerde kwaliteitssysteem, alsmede een rapport betreffende het functioneren ervan opgemaakt door een van het instituut onafhankelijke instantie of certificerende instelling.
4.
De aanvraag gaat voorzover van toepassing vergezeld van een opgave van de voor de training te gebruiken apparatuur.