Wapenwet BES
Artikel 11
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Herstel van de tekstplaatsing van 23-09-2010, Stb. 519 (01-10-2010).
- Bronpublicatie:
17-03-2011, Stb. 2011, 134 (uitgifte: 22-03-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
23-09-2010, Stb. 2010, 519 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Wapens en munitie
1.
Hij die de verbodsbepaling van artikel 1, overtreedt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de derde categorie.
2.
Hij die handelt in strijd met de artikelen 9, 13b, vierde lid, of met de bij of krachtens deze wet vastgestelde voorschriften, of niet voldoet aan een vordering als bedoeld in artikel 13d, derde lid, of artikel 13e eerste lid, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de eerste categorie.
3.
Indien echter, naar hij weet of redelijkerwijze moet vermoeden, enig voorwerp met betrekking tot hetwelk het feit wordt begaan, is een bom, een handgranaat of een dergelijk voor ontploffing of voor het verspreiden van verstikkende of vergiftigde gassen bestemd wapen, wordt gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de tweede categorie.
4.
De bij deze wet strafbaar gestelde feiten worden, indien daarop mede gevangenisstraf is gesteld, als misdrijven en overigens als overtredingen beschouwd.