BNB 2014/247
Periode waarin geen deelneming wordt gehouden telt niet mee als periode waarin de feitelijke werkzaamheid bestaat uit het houden van deelnemingen
HR 19-09-2014, ECLI:NL:HR:2014:2680, m.nt. G.T.K. Meussen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 september 2014
- Magistraten
Mrs. Overgaauw, Bavinck, Van Loon, Koopman, Van Kalmthout
- Zaaknummer
13/03611
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
G.T.K. Meussen
- JCDI
JCDI:ADS178664:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting (V)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:2680, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑09‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑09‑2013
- Wetingang
Art. 20 lid 4 Wet VPB 1969
Essentie
Periode waarin geen deelneming wordt gehouden telt niet mee als periode waarin de feitelijke werkzaamheid bestaat uit het houden van deelnemingen
Samenvatting
Belanghebbende heeft als doel het verrichten van houdsteractiviteiten. Op 28 maart 2007 heeft zij een belang van 100% verworven in B BV, met wie zij vanaf die datum een fiscale eenheid vormt. Belanghebbende noch B BV had in 2007 werknemers in dienst. Op 3 augustus 2007 heeft belanghebbende als gevolg van acquisitie door B BV 100% belangen verworven in drie vennootschappen, in respectievelijk Brazilië, Panama en de Verenigde Staten. De acquisitie is gedeeltelijk met eigen vermogen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.