Einde inhoudsopgave
Gratiewet
Artikel 2 [Gronden voor gratieverlening]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1988
- Bronpublicatie:
23-12-1987, Stb. 1987, 598 (uitgifte: 29-12-1987, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 19075 Overheid.nl: 19075)
- Inwerkingtreding
01-01-1988
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-1987, Stb. 1987, 598 (uitgifte: 29-12-1987, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 19075Overheid.nl: 19075)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Gratie kan worden verleend
- a.
op grond van enige omstandigheid, waarmede de rechter op het tijdstip van zijn beslissing geen of onvoldoende rekening heeft gehouden of kunnen houden en die, ware zij op dat tijdstip wel of voldoende bekend geweest, hem aanleiding zou hebben gegeven tot het opleggen van een andere straf of maatregel, of tot het afzien daarvan; dan wel
- b.
indien aannemelijk is geworden dat met de tenuitvoerlegging van de rechterlijke beslissing of de voortzetting daarvan geen met de strafrechtstoepassing na te streven doel in redelijkheid wordt gediend.