NJ 1964/45
Verlenging van de termijn van ondertoezichtstelling.
HR 29-11-1963, ECLI:NL:HR:1963:104
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 november 1963
- Magistraten
Mrs. de Jong, Wiarda, Houwing, Hülsmann en Petit
- Zaaknummer
[29111963/NJ_1964-45]
- Conclusie
Mr. Bakhoven
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS139913:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1963:104, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑11‑1963
- Wetingang
(BW art. 369 lid 1.)
Essentie
Verlenging van de termijn van ondertoezichtstelling.
Samenvatting
Blijkens art. 365 B. W. kan de maatregel van ondertoezichtstelling alleen worden genomen, „indien een kind zodanig opgroeit, dat het met zedelijken of lichamelijken ondergang wordt bedreigd". Art. 369, eerste lid, B. W. laat echter aan het beleid van de kinderrechter over of de ondertoezichtstelling na verloop van de oorspronkelijk vastgestelde termijn moet worden verlengd. Bij zijn beslissing hierover zal de kinderrechter met het doel der ondertoezichtstelling, aangeduid in art. 365, rekening moeten houden, doch hij behoeft niet vast te stellen, dat bij het achterwege blijven van de verlenging de in art. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.